Japanse walvisvaarders doden opnieuw drachtige walvissen

door
Belga
Leestijd 1 min.

Japanse walvisvaarders hebben tijdens hun recente jacht in het Zuidpoolgebied weer meer dan 120 drachtige dwergvinvissen gedood. Van de in totaal 333 geharpoeneerde zeezoogdieren waren er 122 drachtig. Dat blijkt uit een Japans rapport aan de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC). De walvisjagers waren in maart met het verhoopte aantal gedode dwergvinvissen vanuit Antarctica teruggekeerd. De dieren behoren ondanks hun relatief geringe grootte - dwergvinvissen worden slechts tot tien meter lang - tot de grote walvissoorten. Officieel worden ze door de Japanners gedood voor "wetenschappelijke doeleinden". Japan wil dat de commerciële jacht op grote vinvissen weer toegelaten wordt. Maar die is sinds 1986 verboden.

Het is niet de eerste keer dat onder de buitgemaakte walvissen zich veel drachtige dieren bevinden. Twee jaar geleden, toen de walvisjagers ook al 333 dwergvinvissen in het Zuidpoolgebied hadden afgeslacht, waren er zelfs ruim 200 drachtige wijfjes onder de vangst. Dat deelde het ministerie van Visserij toen mee. Internationale dierenrechtenactivisten uiten scherpe kritiek op de houding van Japan.

Tokio beroept zich op een uitzonderingsregeling in de IWC-conventie waardoor walvissen voor wetenschappelijk onderzoek mogen gedood worden. Het Internationaal Strafhof had in 2014 de wetenschappelijke vangsten van Japan opgeschort. Daarop slankte Tokio zijn walvisprogramma af. De afgelopen 25 jaar hebben Japanse walvisvaarders meer dan 10.000 grote walvissen gedood in de Antarctische wateren als onderdeel van hun internationaal controversieel onderzoeksprogramma.

Bron: Belga