Noodtoestand, afgekondigd na rellen tussen moslims en boeddhisten, opgeheven in Sri Lanka
De noodtoestand in Sri Lanka is sinds middernacht opgeheven. Dat heeft president Maithripala Sirisena vandaag aangekondigd. De uitzonderingstoestand was sinds 7 maart voor een periode van tien dagen van kracht na gewelddadige confrontaties tussen boeddhisten en moslims waarbij drie personen om het leven kwamen. De president verklaarde dat de situatie in het centraal gelegen district Kandy weer veiliger is, waardoor hij een einde kan maken aan de uitzonderingstoestand die de autoriteiten de mogelijkheid gaf om het leger in te zetten en mensen die gearresteerd werden langer in voorhechtenis te houden.
Volgens de politie is de situatie in de regio weer normaal. De veiligheidstroepen assisteren de bewoners bij de heropbouw van woningen en winkels die door de rellen zijn beschadigd.
Meer dan 300 mensen werden opgepakt tijdens de rellen, die uitbraken na de dood van een boeddhistische Singalees. Die werd na een auto-ongeval door vier moslims afgeranseld. Daarna werd een boeddhist dood aangetroffen in een in brand gestoken woning, en werd een Singalees gedood wanneer de granaat waarmee hij een moskee wilde aanvallen, te vroeg ontplofte.
De Singalezen, die voornamelijk boeddhistisch zijn, maken driekwart uit van de 21 miljoen inwoners op het eiland. Tien procent van de bevolking is moslim, de voornamelijk hindoeïstische Tamils zijn goed voor 18 procent.
De spanning tussen de twee gemeenschappen in Sri Lanka is het afgelopen jaar toegenomen. Enkele radicale boeddhistische groepen beschuldigden moslims ervan mensen te dwingen zich te bekeren tot de islam en boeddhistische archeologische sites te vernielen. Sommige boeddhistische nationalisten maken ook bezwaar tegen de aanwezigheid in Sri Lanka van Rohingya, een in Myanmar onderdrukte moslimminderheid.
Bron: Belga