Een elektrische auto is goedkoper... op termijn

Wat houdt ons tegen? De prijs natuurlijk! Vandaag blijven diesel- en benzineauto's nog steeds aanzienlijk goedkoper. Een vijfdeurs VW Golf VII op benzine van 26.000 euro kost voor de elektrische uitvoering of als plug-inhybride op benzine algauw tussen 39.000 en 40.000 euro.

En toch weet iedereen dat de kostprijs van een auto meer is dan alleen het aankoopbedrag en dat je ook rekening moet houden met belastingen, verzekeringen, brandstof, onderhoud én de restwaarde. De prijs van een elektrisch voertuig over de volledige levensduur verschilt in dat opzicht niet zo veel van die van andere voertuigen of is zelfs lager.

Om hiervan overtuigd te raken, vroeg Test Aankoop dus aan een gespecialiseerd studiebureau om alle gebruikskosten van de auto's in functie van hun motor te vergelijken, rekening houdend met de almaar strenger wordende Europese eisen op het gebied van vervuiling. Men ging er ook vanuit dat het voertuig drie opeenvolgende eigenaars heeft (die het voertuig aan de marktwaarde overkopen) en een levensduur van ongeveer 16 jaar.

Hoeveel zou een kleine gezinsauto, die in 2020 in Wallonië wordt aangekocht, bijvoorbeeld voor de opeenvolgende eigenaars kosten? De eindafrekening voor de benzineversie bedraagt zo'n 65.100 euro. Die prijs daalt tot 60.500 euro voor een plug-inhybride op benzine en stijgt dan weer tot 62.200 euro voor de dieselversie. Het totale kostenplaatje voor een plug-inhybride op diesel bedraagt slechts 59.300 euro. Maar toch komt het elektrische model op de eerste plaats met een bedrag van 57.100 euro. Dat is 8.000 euro minder dan de benzineauto.

De goedkoopste, maar niet voor de eerste eigenaar

"De elektrische auto is uiteindelijk de goedkoopste, gevolgd door de plug-inhybrides", verklaart Leo Muyshondt, expert Mobiliteit bij Test Aankoop. Al moeten we daar een belangrijke kanttekening bij make.: "Momenteel is het financiële voordeel weggelegd voor de tweede en de derde eigenaar van de elektrische auto." Voor de eerste koper zou de kostprijs immers hetzelfde bedragen, ongeacht de motor. De reden? Een aanzienlijke waardevermindering tijdens de eerste levensjaren. Wie zich voor een elektrische of hybride auto op de tweedehandsmarkt begeeft, heeft daar dus alle baat bij.

Vlaanderen moedigt de aankoop van elektrische auto's aan. Die zijn immers fiscaal voordeliger dan auto's met een klassieke motor. In Wallonië en Brussel is er op fiscaal gebied globaal gezien echter weinig verschil. In Vlaanderen zal, volgens Muyshondt, een elektrische auto voor de eerste eigenaar goedkoper worden dan een gelijkaardige benzineauto tussen 2020 en 2025. In Wallonië zal dat pas tussen 2025 en 2030 zijn.

Andere uitdagingen

De aankoopprijs is niet het enige wat potentiële kopers afschrikt, ook al zijn de meeste beschikbare modellen (Tesla, Porsche...) niet voor ieders budget weggelegd. Daarnaast is de autonomie van die voertuigen nog vrij beperkt, waardoor lange ritten niet mogelijk zijn. Bovendien is het aanbod van de modellen niet zo uitgebreid: een dertigtal voor elektrische voertuigen ten opzichte van zowat 420 voor benzine- en dieselvoertuigen. Tot slot kunnen de levertermijnen van die auto's bijzonder lang zijn, wat de aankoop ervan niet bevordert.

Er zijn dus heel wat uitdagingen. In eerste instantie zouden de fabrikanten hun aanbod moeten diversifiëren om zich op alle profielen af te stemmen. Daarnaast moet de autonomie van elektrische auto's aanzienlijk verbeteren. Tot slot moeten de belastingen op de technologische en milieugerelateerde vooruitgang worden afgestemd. Wallonië en Brussel hebben op dat vlak nog wat achterstand in te halen.