Bezettingsgraad treinen in ons land verminderd in de periode 2013-2017

door
Belga
Leestijd 1 min.

De gemiddelde bezettingsgraad van treinen op werkdagen en buiten verlofperiodes is de afgelopen jaren continu verminderd van 43,93 procent in 2013 tot 39,38 procent in 2016. In 2017 nam het terug toe tot 39,41 procent. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit François Bellot op een schriftelijke vraag van Stefaan Van Hecke (Groen). De cijfers slaan op het drukste deel van het treintraject en zijn afkomstig van visuele controles van treinbegeleiders. Bellot wijst er vooreerst op dat de NMBS overeenkomstig het beheerscontract gehouden is om een minimaal aantal treinen per dag in te zetten. Men draagt er tevens steeds zorg voor dat zoveel mogelijk reizigers een zitplaats hebben. Om die reden moet de samenstelling van het rollend materieel aangepast worden aan piekuurbezettingen en zullen treinen op een bepaald deel van het traject van het traject sterk bezet zijn maar elders veel minder.

Ook wegens het beschikbare materiaal moet de NMBS soms treinen inzetten met een te grote capaciteit. Men dient met name het treinmaterieel te verdelen over de uitwijkbundels die ze ter beschikking heeft. Treinen rijden soms in een te grote samenstelling omdat het materiaal onderweg is naar een dergelijke bundel en de NMBS zoveel mogelijk ledige ritten wil vermijden. Om de commerciele snelheid zo hoog mogelijk te houden en de stiptheid te garanderen ziet men zoveel mogelijk af van ontkoppelen en koppelen van treinstellen.

bron: Belga