Minder strenge selectienormen en goed structureel werk verklaren ruime delegatie

door
Belga
Leestijd 1 min.

Negentien atleten vertegenwoordigen België op de Olympische Winterspelen in Pyeongchang. Het is van 1936 geleden dat de Belgische selectie nog zo ruim was. Gert Van Looy, delegatieleider in Zuid-Korea, legt uit waarom Team Belgium zoveel leden telt. Volgens Van Looy werpt goed structureel beleid van de sportfederaties zijn vruchten af. Daarnaast legt het BOIC geen eigen (strenge) criteria meer op, zodat een atleet gemakkelijker aan de selectie-eis kan voldoen. "Er spelen twee factoren. Allereerst hebben de federaties de afgelopen jaren een veel beter gestructureerd beleid kunnen voeren. Ze worden goed ondersteund door de gemeenschappen, door Sport Vlaanderen en ADEPS, en zijn erin geslaagd de aanwezige talenten te laten doorgroeien en hun potentieel te laten ontwikkelen", legt Van Looy uit. "Ten tweede legt het BOIC geen eigen criteria meer op. Een aantal atleten zou vroeger niet hebben kunnen deelnemen door onze criteria, maar zij kunnen dat nu wel. Daar ligt de lat dus iets lager maar voor onze topatleten maakt dat geen verschil uit. Zij zouden toch aanwezig zijn. Mochten wij onze eigen criteria hebben gehanteerd, dan hadden dertien of veertien atleten een selectie gehaald. Dus het verschil is niet zo groot."

Vier jaar geleden werden de Belgische kleuren in het Russische Sotsji door zeven atleten verdedigd. "Deze ruime selectie is het bewijs dat er goed wordt gewerkt, de atleten goed worden omkaderd en de middelen op de juiste manier worden geïnvesteerd", benadrukt Van Looy.

bron: Belga