Warhaus: "Om goed te schrijven moet ik mezelf kunnen ruiken"

De glimlach op de coverfoto van zijn nieuwe plaat typeert de jaloersmakende zorgeloosheid waarmee Maarten Devoldere door het leven stapt. "Het gaat me op alle vlakken voor de wind en tóch is mijn leven nog altijd niet saai. Dat noem ik het ultieme geluk", klinkt het.
door
Mare
Leestijd 3 min.

Maarten Devoldere, in muzikale kringen beter gekend als drijvende kracht achter de succesgroepen Warhaus en Balthazar, is een echte kameleon. In de drie keer dat ik hem geïnterviewd heb, sprak ik drie keer een totaal ander mens. De eerste ontmoeting was de meest onaangename: toen zat ik tegenover een omhooggevallen ego dat z'n afkeer voor journalisten niet onder stoelen of banken stak. Groot was mijn verbazing toen bij ons tweede gesprek bleek dat datzelfde ego blijkbaar niet enkel arrogant, maar ook verlegen kon zijn. Nu zit ik tegenover iemand waar het geluk bijna vanaf spat.

"De werktitel van deze plaat was niet toevallig ‘The Light Years': dat vat deze periode in mijn leven perfect samen. Ik kan meer dan ooit genieten van eenvoudig, oppervlakkig geluk. Daar schuilt een intense schoonheid in die je gemakkelijk over het hoofd ziet."

Je vriendin Sylvie Kreusch is ongetwijfeld ook één van de redenen waarom je hier met zo'n glimlach zit. Is zij nog steeds een soort muze voor je?

"Qua inspiratie tap ik nog steeds uit hetzelfde vaatje: de liefde. Maar in tegenstelling tot vroeger heb ik er nu de donkere kantjes vanaf geveild. Een liefdesliedje hoeft voor mij niet langer fucked up te eindigen. Het mag ook al eens goed aflopen."

In ‘No Such High' zing je zelfs ietwat melig ‘Love can overpower and transcend all temptation'. Is dat niet wat optimistisch?

"Ik ben niet zo monogaam ingesteld en ik weiger om daar onnozel over te doen. Veel mensen zien in alles een potentiële bedreiging voor hun relatie. Het gevolg is dat ze de neiging hebben om met een hooivork voor de deur te gaan staan, in de hoop zo het echtelijk bed van indringers te vrijwaren. Terwijl het eigenlijk verbazend gemakkelijk is om die ‘dreiging' gewoon toe te laten en de liefde te laten zegevieren. Het is zo kapitalistisch om het genot van je partner helemaal op te eisen. Zelf heb ik nooit gesnapt wat er zo romantisch aan is om je fysiek aan één persoon te binden."

Foto Titus Simoens

Dat idee is mooi, maar vindt weinig weerklank in de praktijk.

"Voor mij is er alleszins één ding duidelijk: liefde, dat gaat vanzelf. Het idee dat je moet werken aan een relatie en tijd moet maken voor elkaar is voor mij echt bullshit. Als het goed zit, word je vanzelf naar elkaar toe gezogen zonder dat dat aanvoelt als een inspanning. Het zou me dan ook sterk lijken dat ik mijn hele leven met één persoon zal samenzijn. Gelukkig ben ik wel van het tegendeel overtuigd zolang ik in een relatie zit, dan ben ik wel degelijk honderd procent overtuigd. Dat bewijst nog maar eens dat liefde de sterkste roes is die er bestaat: geen enkele andere drug zorgt ervoor dat je jezelf zo consequent voorliegt. Maar daar is op zich ook niets mis mee."

Als we op de tekst van ‘Everybody' afgaan, veranderen mannen in echte varkens zodra het toeziend oog van hun vriendin een schoonheidsslaapje doet. Uit het leven gegrepen?

"Nee, totaal niet. Bij Sylvie kan ik volledig mezelf zijn: ik heb geen ideale echtgenoot-filter die ik opzet als ik bij haar ben, hoewel ze soms misschien zou willen dat dat wel zo was. Zeker wanneer ik met mijn vrienden over vrouwen praat of de dronken asshole uithang. Maar zo weet ze wel perfect wat ze aan mij heeft."

In de aanloop naar deze plaat heb je je ook enkele weken teruggetrokken in Kirgizië. Hoe ben je in godsnaam daar beland?

"Via een bevriende fotograaf die net iets meer zin voor avontuur heeft dan ik. Toen ik in mijn jaarlijkse winterdip beland was, vroeg ik hem waar ik naartoe kon om even uit mijn comfortzone te stappen. Op mijn dertigste verjaardag ben ik op het vliegtuig gestapt naar het onbekende, om dan met een taxi naar het verst mogelijk dorp te rijden. Zo'n drie uur lang heb ik in een jeep op de hobbelige bergweggetjes gereden, tot we bij een boerderij uitkwamen waar enkele herders leefden. Daar ben ik dan tien dagen gebleven."

Hoe moet ik me dat verblijf voorstellen?

"Die mensen spraken geen woord Engels, dus ik moest alles met handen en voeten uitleggen. Er was daar ook totaal geen comfort, geen gsm-bereik en 's nachts daalde de temperatuur tot min veertig graden Celsius. Maar elk uur werd ik uitgenodigd om mee aan tafel te schuiven, en overdag mocht ik met de herders mee om te gaan paardrijden in de sneeuw. Ik had zelfs mijn eigen paard, terwijl ik nog nooit in mijn leven op een knol had gezeten. Op den duur had ik ook echt een band met mijn onthaalfamilie, wat eigenlijk vreemd is omdat er van een vlotte communicatie geen sprake was. Dat bewijst nog maar eens hoeveel overbodige informatie we uitwisselen met de mensen waarmee we babbelen. En dat stilte soms ook heel vriendschappelijk kan aanvoelen."

Had je die onherbergzame omstandigheden nodig om te kunnen schrijven?

"Ik moet mezelf kunnen ruiken om goed te kunnen schrijven. Maar voor mij waren dat geen barre omstandigheden: ik had een warm bed en lekker eten bij de vleet. Die mensen ginds hebben niets, geen tv en amper entertainment. Maar toch had ik er niet noodzakelijk medelijden mee. De familie leek alles te hebben wat hun hartje begeerde, ook al is hun wereld erg klein en ligt hun toekomst vast. Als westerlingen zijn we geneigd om te denken dat het per se beter is om zoveel mogelijk keuzes te hebben. Maar dan vergeet je dat al die opties ook verlammend kunnen werken. En zeg nu zelf, wat is er rustgevender dan met een bende schapen in de bergen wandelen? Nee, dan heb ik veel meer compassie met de vrouwen die hun leven plannen in functie van hun Instagram-account."

Mare Hotterbeekx

Warhaus speelt op 11/11 in de Roma in Antwerpen en op 16/11 in De Vooruit in Gent.