Zeventig procent heeft begrip voor paniekreactie na aanrijding

door
Belga
Leestijd 2 min.

Zeventig procent van de Vlamingen heeft er begrip voor dat iemand in paniek vluchtmisdrijf pleegt na een aanrijding. Dat blijkt uit een peiling naar aanleiding van de tweede "Week zonder vluchtmisdrijf". Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) pleit er daarom voor om in de rij-opleiding een soort simulatie op te nemen om mensen voor te bereiden op paniekreacties. Voor het tweede jaar op rij organiseren de vereniging Rondpunt en het VIAS-instituut (het vroegere BIVV) de "Week zonder vluchtmisdrijf". De cijfers tonen aan dat er qua sensibilisering nog best wat werk aan de winkel is. In 2016 vielen er liefst 4.937 slachtoffers bij ongevallen met vluchtmisdrijf, onder wie 21 doden en 233 zwaargewonden. Gisterenavond nog kwam in Lebbeke een voetganger om het leven. De dader vluchtte na het ongeval weg.

VIAS en Rondpunt peilen naar aanleiding van de campagne via een online poll bij 650 Vlamingen naar hun houding tegenover vluchtmisdrijf. Vijftien procent gaf aan stiekem door te rijden mochten ze een stilstaande auto zonder chauffeur aanrijden, terwijl 56 procent vindt dat iemand een levenslang rijverbod moet krijgen indien hij of zij vluchtmisdrijf pleegt na een dodelijk ongeval.

Opvallend is dat 29 procent zegt een vriend of familielid niet aan te geven wanneer hij weet dat die is weggereden na een ongeval met slachtoffers, terwijl 14 procent op die vraag het antwoord schuldig moest blijven. Bovendien zegt 70 procent te kunnen begrijpen dat iemand in paniek wegvlucht na een aanrijding.

Het valt minister Geens vooral op dat die 70 procent dat antwoordt op een neutraal moment. "Dat is een enorm percentage. Het betekent dat zij zich kunnen inbeelden dat zo'n reactie zich ook bij hen zou kunnen voordoen." Hij benadrukt dat zij niet oneerlijk of moreel slecht zijn, maar gewoon mensen die niet voorbereid op die situatie waarin zich een paniekmoment kan voordoen. De minister pleit er daarom voor tijdens de rij-opleiding via simulatie mensen beter voor te bereiden.

bron: Belga