Aantal grote autobouwers zakt niet af naar autosalon Frankfurt
Een aantal grote autobouwers laat het autosalon van Frankfurt, een van de belangrijkste ter wereld, aan zich voorbijgaan. Het salon opent dinsdag de deuren voor de pers en wordt donderdag door Duits bondskanselier Angela Merkel officieel geopend voor het grote publiek. Hoewel de automobielindustrie in blakende gezondheid verkeert, staat ze tegelijk voor grote toekomstvragen na het emissieschandaal. Onder de grote merken die het tweejaarlijkse salon van Frankfurt, dat alternerend georganiseerd wordt met het salon van Parijs, niet aandoen, zijn Peugeot, Nissan, Tesla, Volvo en Fiat. De Italiaans-Amerikaanse groep Fiat Chrysler stuurt enkel dochtermerk Maserati. De andere merken (Fiat, Alfa Romeo, Jeep,...) zullen niet aanwezig zijn, omdat elk salon een investering vergt die steeds geëvalueerd moet worden, zo klinkt het bij de groep.
Dat het Zweedse Volvo Cars zijn kat stuurt is niet nieuw. Die autobouwer liet al in 2015 weten van de belangrijke autosalons enkel nog Genève te willen meepikken. Op het Brusselse autosalon is Volvo wel nog steeds van de partij.
De Japanse autobouwer Nissan wil nog slechts aan één Europees salon deelnemen per jaar, en geeft eveneens de voorkeur aan Genève. Daardoor zal de nieuwe elektrische personenwagen van Nissan, de Leaf, nog niet te zien zijn in Frankfurt.
De Amerikaanse fabrikant van elektrische wagens Tesla zegt dan weer "geen traditionele autobouwer" te zijn. "Wij zoeken evenementen die niet vanuit dat domein voortkomen." Daardoor is ook de Tesla Model 3, door velen gezien als de belangrijkste auto van dit jaar, niet in Frankfurt.
Hoewel het salon van Frankfurt traditioneel een thuismatch is voor de Duitse autobouwers, reserveren zelfs die hun belangrijkste modellen niet meer voor het salon. Zo koos Volkswagen ervoor om zijn 4x4 T-Roc eind augustus voor te stellen bij het Comomeer. De derde generatie van de Porsche Cayenne mag dan wel in primeur in Frankfurt staan, toch werd die twee weken eerder al voorgesteld in het museum van de autobouwer in Stuttgart.
Dat de grote salons aan belang inboeten wijten waarnemers vooral aan het prijskaartje. Een stand in Frankfurt kost een constructeur al gauw tientallen miljoenen euro's, afhankelijk van de grootte.
bron: Belga