Aandeel treinvertragingen door problemen materieel in 2016 sterk gedaald

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het aandeel van de ernstige treinvertragingen die te wijten zijn aan problemen met het rollend materieel is in 2016 gedaald van 29 tot 23 procent. Het aandeel schommelde in de periode 2012-2015 nog tussen 28 en 31 procent. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit François Bellot (MR) op een schriftelijke vraag van Stefaan Van Hecke (Groen). In 2016 deden zich maandelijks gemiddeld 389 incidenten voor die te wijten waren aan problemen met het rollend materieel, tegenover 444 in 2015, 419 in 2014, 497 in 2013 en 444 in 2012. Om in aanmerking te worden genomen als incident moet de getroffen trein een vertraging oplopen van 20 minuten of meer en moeten er gevolgvertragingen optreden van 40 minuten of meer bij andere treinen.

Uit onderzoek blijkt volgens Bellot dat problemen zich vaker voordoen bij de oudere types treinstellen. "Het aantal incidenten bij de oudere bedraagt doorgaans rond de 50 per miljoen kilometer en meer, terwijl dat gemiddeld rond de 20 à 30 schommelt", aldus de minister. Om dit probleem te verhelpen stelde de NMBS een meerjaren-actieplan op waarmee het de globale immobilisatiegraad van het materieel tegen 2020 wil verlagen met 30 procent.

"De gemiddelde immobilisatiegraad van het tractiemateriaal is dankzij deze acties ondertussen afgenomen van 20 procent in 2014 naar 18 procent in 2016. Inclusief de rijtuigen is er sprake van een daling van 18 procent in 2014 tot 16 procent in 2016", aldus Bellot. Tegen 2023 zullen de tweeledige motorrijtuigen uit de jaren zestig-zeventig en locomotieven T21/27 uit de jaren tachtig stapsgewijs buiten dienst gesteld worden. Om deze te vervangen werd reeds een eerste schijf van 445 nieuwe M7-rijtuigen besteld die vanaf 2018 geleverd zullen worden.

bron: Belga