4 misverstanden over beleggen

Over beleggen heersen heel wat misverstanden. Daardoor lijkt het bankgebeuren een ver-van-mijn-bedshow. Toch kan iedereen zijn voordeel halen uit beleggen.
door
Janne
Leestijd 2 min.

1. Beleggen is niet voor jonge mensen

Aan beleggen begin je pas wanneer je kinderen het huis uit zijn en nadat je jarenlang gespaard hebt. Dat is wat veel mensen denken, maar het klopt niet. Heel wat twintigers zetten hun eerste stappen als belegger, want het komt hun spaargeld net ten goede.

Het is nooit te vroeg om al aan je pensioen te denken. Je verzekert je levensstandaard voor wanneer je stopt met werken en je haalt er nu al je voordeel uit. Van de som geld die je spaart voor je pensioen, wordt er immers 30 % van je belastingen afgetrokken.

Met een investeringsplan krijg je een extraatje om je verbouwingen te realiseren of om opzij te zetten voor je kinderen. Op maandelijkse basis beleg je een bedrag tussen €20 en €500, zonder de beurs op de voet te moeten volgen. Kan je even geen geld opzij zetten? Dan stop je met het Investeringsplan zonder uitstapkosten te betalen.

2. Beleggen is enkel voor miljonairs

Je hoeft geen miljoenen op de bankrekening hebben staan om te kunnen investeren. Ook als kleine speler kan je geld laten opbrengen. Luister naar de expert bij de bank en beleg enkel het aanbevolen aandeel van je vermogen, dan loop je geen gevaar.

Er zijn genoeg formules voor kleine beleggers. Bij een investeringsplan, bijvoorbeeld, hoef je maar €20 per maand te blokkeren. Om te sparen voor je pensioen moet je ook slechts €30 per maand ophoesten. De termijnrekening verslaat echter alle beleggingsformules. Om een termijnrekening te openen, hoef je maar €1 te storten. Je kapitaal is volledig gewaarborgd en de rentevoet wordt vooraf bepaald en wijzigt niet. De interesten worden elk jaar of op de vervaldag uitbetaald.

3. Beleggen is ingewikkeld

Oké, de aantal beleggingsproducten zijn haast ontelbaar en de benamingen zijn niet evident. Maar als je je laat adviseren door een beleggingsexpert van je bank, heb je iemand die je gidst door het beleggingslandschap. Hij of zij kent de formules op jouw maat.

Bij beleggen hoef je zeker niet altijd de beurs in het oog te houden. Pensioensparen of een termijnrekening zijn eenvoudige formules. Je kan ervoor kiezen om maandelijks een bedrag aan de kant te zetten, maar ook jaarlijks. Zo hoef je maar één keer met je geld bezig te zijn.

4. Beleggen is heel risicovol

Helemaal risicovrij is beleggen natuurlijk niet. De interestvoet kan schommelen en een bank kan altijd failliet gaan, maar met het juiste advies steven je niet op een persoonlijk faillissement af. Ben je een beginnende belegger, kies dan voor formules waar je kapitaal gewaarborgd wordt en de rentevoet vooraf bepaald is. Zo kom je niet voor onaangename verrassingen te staan. Wil je daarna hogere rendementen opzoeken, spreid dan je investeringen over verschillende beleggingsproducten. Op die manier vermijd je dat je hele vermogen geraakt wordt wanneer die ene belegging slecht presteert.