Budgettaire kosten vergrijzing licht hoger dan vorig jaar

door
Belga
Leestijd 2 min.

Volgens de jongste vooruitzichten van de Studiecommissie voor de Vergrijzing stijgt het geheel van sociale uitgaven tussen 2016 en 2060 met 2,3 procentpunt van het bbp. Dat is een lichte verhoging (0,1%) ten opzichte van vorig jaar. Gelijktijdig daalt het armoederisico van de gepensioneerden. De nieuwe vooruitzichten tonen aan dat de sociale uitgaven stijgen van 25,3% van het bbp in 2016 tot 27,6% in 2060. Dat is een stijging met 2,3%, tegenover 2,2% in de vooruitzichten van vorig jaar. De pensioenen en gezondheidsuitgaven stijgen met 4% van het bbp, terwijl de overige sociale uitgaven, vooral werkloosheid en kinderbijslag, met 1,7% dalen.

Volgens de studiecommissie daalt het armoederisico van gepensioneerden eerst traag tot het midden van de jaren 2030 en vervolgens sneller tot 2060. Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine wees erop dat dit volgens de commissie grotendeels te verklaren is door de verhoging van de minimumpensioenen en de IGO (Inkomensgarantie voor Ouderen). De minimumpensioenen stijgen sneller dan de lonen en de armoededrempel, stelt de commissie.

Op lange termijn wordt de daling van het armoederisico bij gepensioneerden verklaard door de groeiende deelname van de vrouwen aan de arbeidsmarkt. Daardoor zullen meer vrouwen een langere loopbaan hebben en dus ook een hoger pensioen.

Minister Bacquelaine wees er ook op dat de regularisatie van de studieperioden in de pensioenberekening een bijkomende vermindering van de vergrijzingskost met 0,1% betekent. Die hervorming werd geblokkeerd door een belangenconflict van de Cocof (de Franse gemeenschapscommissie van het Brussels gewest) omdat die nadelig zou zijn voor de leerkrachten. Aangezien het overleg tussen de Cocof en de Kamer dinsdag niets uithaalde, verhuist het dossier nu naar de Senaat en daarna naar het Overlegcomité. De minister maakte zich sterk dat het wetsontwerp begin oktober gestemd zal kunnen worden.

bron: Belga