Regisseur Daniel Espinosa over zijn angstaanjagende ruimtereis ‘Life'

Aan boord van het ruimtestation ISS kunnen de astronauten hun geluk niet op wanneer ze in grondstalen van Mars een eencellig organisme ontdekken. Beter nog: ze slagen erin om de cel terug tot leven te wekken. Het duurt echter niet lang voor dat plezier omslaat in pure paniek. ‘Life' staat met beide voeten in het scifi-horrorgenre. Toch mag je ‘Life' niet zomaar over dezelfde kam scheren als pakweg ‘Alien', meent regisseur Daniel Espinosa.
door
Liesbeth
Leestijd 3 min.

Daniel Espinosa: "Er is een essentieel verschil tussen het monster uit ‘Alien' en Calvin, het buitenaardse wezen uit deze film. Calvin is niet kwaadaardig van nature. Daarom probeer ik ook een soort empathie op te wekken bij de kijker. Ik wil dat je ons monster ergens lief en schattig vindt, zeker in het begin."

In tegenstelling tot ‘Alien' laat je het wezen ook meteen heel duidelijk zien. Is dat enkel omdat speciale effecten vandaag veel beter zijn dan in de jaren 70?

"Nee, het hangt ook samen met het verhaal dat ik wil vertellen. ‘Life' gaat over verandering, evolutie. Calvin verandert voortdurend en dat heeft een effect op de astronauten. Het monster in ‘Alien' doorloopt wel verschillende groeistadia, maar het blijft statisch. Calvin heeft meer persoonlijkheid. De dramatiek is anders. In het begin zien de astronauten hem als een kleine baby, uiteindelijk vinden ze hem monsterlijk. Ik wou die verandering zichtbaar in beeld brengen. Je moet er eens op letten: je krijgt Calvin vooral te zien als hij net een verandering heeft doorgemaakt. Dat creëert ook spanning, want elke keer als je wegkijkt, evolueert Calvin op een of andere manier."

Calvin is van begin tot eind een computereffect. Maak je je geen zorgen dat de film daardoor binnen tien jaar al verouderd en fake zal lijken?

"Daar heb ik aan gedacht, ja. Met de computer een monster ontwerpen dat er blijvend geloofwaardig uitziet, is razend moeilijk. Kijk naar ‘Avatar'. Toen die film uitkwam, dacht iedereen dat hij eeuwig fris zou blijven. Vandaag zijn we amper acht jaar verder en hij is al niet meer om aan te zien. Onze ogen zijn bedrieglijke instrumenten. Ze raken nieuwe technieken veel sneller gewoon dan we denken, al blijven sommige effecten toch vrij goed overeind, zoals de dinosaurussen in de eerste ‘Jurassic Park'. Los daarvan heb ik een goed gevoel bij ‘Life'. Ik heb vier maanden lang naar Calvin zitten kijken en ik denk dat hij het lang zal uithouden."

Was je als kind al verzot op wetenschap?

"Nee, maar mijn vader is een theoretische fysicus. De grootste ontgoocheling van zijn leven is dat ik niet in zijn voetsporen ben getreden maar filmmaker ben geworden. (lachje) Fysica was nooit mijn sterke punt, al moet ik zeggen dat ik over het algemeen toch beter overweg kan met wetenschap dan filmmakers die uit de artistieke richting komen. Dat heeft te maken met mijn jeugd, denk ik."

Zie je ‘Life' als een soort zoenoffer aan je vader, om zijn ontgoocheling goed te maken?

"Misschien. Mijn vader leest sowieso alle scripts die ik overweeg. Je kunt je ouders een mooie dienst bewijzen door ze werk te geven. Als we opgroeien, hebben we onze ouders op een bepaald moment niet langer nodig. Maar het is hun belangrijkste missie in het leven om ons dingen bij te brengen. Als je dat plots wegneemt, voelen ze zich een beetje verloren. Dus vraag ik aan mijn vader om mijn scripts te lezen en ‘Life' sprak hem aan."

Heeft hij suggesties gedaan?

"Natuurlijk. Er zijn nogal wat dingen in het script veranderd omdat hij ze niet realistisch vond. De ruimtewandeling is een goed voorbeeld. Oorspronkelijk was het zo dat de astronaute in de film met grote sprongen van de ene kant naar de andere ging. Maar in de ruimte is zoiets onmogelijk. Je hebt je sprongkracht en de baan die je aflegt niet genoeg onder controle. Voor je het weet, spring je ergens naast. Dus gaat het personage nu veel specifieker en voorzichtiger te werk. Voor alle duidelijkheid: mijn vader was niet de voornaamste adviseur op de set. We hebben een beroep gedaan op specialisten van NASA om een oogje in het zeil te houden."

Foto Sony Pictures

Zonder iets te verklappen: er zitten een paar zeer aparte verrassingen in ‘Life'. Heb je ervoor moeten vechten?

"Als ik deze film wou maken, was het zeker ook vanwege die verrassingen. Rhett Reese en Paul Wernick, de scenaristen van ‘Life' en trouwens ook van ‘Deadpool', hebben een paar wendingen uit hun mouw geschud die je niet ziet aankomen en die eigenlijk heel on-Amerikaans aanvoelen. Ik ging er gemakshalve van uit dat ik ervoor zou moeten knokken. Ik dacht dat de studio me zou afmaken omdat die wendingen zo weinig commercieel zijn."

Hitchcock gebruikte soms trucjes om ervoor te zorgen dat hij zijn zin kreeg. Hij draaide bijvoorbeeld enkel de shots die hij in gedachten had, zodat er maar één versie van de film mogelijk was. Heb jij zoiets geprobeerd?

"Gewoonlijk draai je een film met drie of vier camera's. Dat heeft een effect op de montage, want omdat er veel beeldmateriaal en keuzemogelijkheden voor hand zijn, kan er gediscussieerd worden. Ik heb ‘Life' met één enkele camera gedraaid. Er was dus geen extra beeldmateriaal waarmee de studio de film kon hermonteren. We hadden een beetje meer controle. Anderzijds zijn Hollywoodstudio's rijker dan God, wat betekent dat ze gemakkelijk zelf nieuwe scènes kunnen draaien als ze dat willen. Maar het is plezierig om de illusie te koesteren dat je hen kan dwingen om jouw zin te doen." (lacht)

Door Ruben Nollet

Foto Sony Pictures