Unia: "Arrest brengt noodzakelijke klaarheid"

Het arrest van het EU-Hof van Justitie "brengt noodzakelijke klaarheid", zegt Unia in een reactie op het feit dat het Hof in Luxemburg heeft geoordeeld dat een hoofddoekverbod in een intern werkreglement geen directe discriminatie is. "De antidiscriminatiewetgeving bood tot nu toe veel ruimte aan rechters." Unia merkt op dat het Hof heeft bepaald dat een algemeen hoofddoekenverbod niet kan. "Door dit arrest kan de werkgever religieuze, filosofische en politieke kentekenen alleen verbieden als er direct contact is met klanten", zegt Unia-directeur Els Keytsman. "Het bedrijf moet een echt neutraliteitsbeleid hebben dat coherent en systematisch is en dat toegepast wordt op alle filosofische, religieuze en politieke kentekens."

Het arrest volgt op een prejudiciële vraag in een Belgische zaak, aangespannen door Unia en een ex-werkneemster van beveiligingsbedrijf G4S. Samira Achbita werd in 2003 aangenomen door G4S als receptioniste. Bij het bedrijf bestond een ongeschreven verbod op het dragen van uiterlijke tekenen van politieke, filosofische of religieuze overtuigingen op de werkvloer. Achbita, die moslima is, gaf in 2006 aan dat ze ook tijdens het werk een hoofddoek wilde dragen - hetzelfde jaar schreef G4S het ongeschreven verbod alsnog neer in het arbeidsreglement. Omdat de vrouw haar hoofddoek bleef dragen, werd ze ontslagen. Het Hof van Cassatie in ons land moet nu een uitspraak doen die rekening houdt met het Europese arrest. "Het arrest moet nu bestudeerd worden om te kijken naar de concrete gevolgen voor de werkvloer", zegt Unia.

Unia geeft tot slot nog cijfers mee: vorig jaar opende het centrum 79 dossiers over moslims die discriminatie meldden op de werkvloer. "Praktiserende moslims worden geconfronteerd met obstakels op een arbeidsmarkt waar een neutraal voorkomen vaak de norm is. In die zin maakt het arrest duidelijk wat een werkgever wel en niet kan doen onder het mom van neutraliteit."

bron: Belga