Peugeot groeit uit tot autoreus na overname Opel

De Franse autogroep PSA Peugeot Citroën neemt de Duitse autobouwer Opel over van het Amerikaanse General Motors (GM). PSA heeft de ambitie het verlieslatende Opel tegen 2020 opnieuw winstgevend maken.
door
Belga
Leestijd 2 min.

Met de overname van Opel en het Britse zustermerk Vauxhall wil PSA Peugeot Citroën een “Europese autokampioen” en de op een na grootste in Europa worden, na Volkswagen. Het bedrijf verkocht vorig jaar wereldwijd 3,15 miljoen wagens en Opel/Vauxhall bijna 1,2 miljoen.

Drie weken geleden raakte al bekend dat de Fransen interesse hadden in Opel. PSA had ook al zo goed als carte blanche gekregen van zowel de Duitse, de Britse als de Franse overheden. De Franse regering is hoofdaandeelhouder van PSA en steunde de overname, op voorwaarde dat er in eigen land geen banen zouden sneuvelen. Tegen het einde van het jaar zou de deal rond zijn. Eerst moeten nog de nodige stappen genomen worden, zoals de instemming van de concurrentieautoriteiten.

Zorgenkind voor GM

Voor GM betekent de overname het vertrek uit Europa, maar de Amerikanen zijn opgelucht dat ze verlost zijn van Opel. In 1929 namen ze de Duitse autobouwer over, maar de laatste jaren was het vooral een zorgenkind. Als sinds 1999 maakt het bedrijf geen winst meer. Dat schrikt de nieuwe eigenaar niet af. “We hebben vertrouwen in de versnelling van het herstel van Opel/Vauxhall met onze steun, met respect voor de engagementen van GM voor de werknemers van Opel/Vauxhall”, zegt PSA-topman Carlos Tavares.

In Duitsland en Groot-Brittannië heerst er grote ongerustheid. Men vreest dat er duizenden jobs op de helling staan. PSA verzekert dat de fabrieken, investeringen en het personeelsbestand bij Opel overeind blijven. Bij Opel Duitsland is er een akkoord dat economische ontslagen in de Duitse fabrieken tot eind 2018 uitsluit, en dat investeringen in de fabrieken tot 2020 garandeert. Opel telt zowat 38.000 werknemers in zeven Europese landen, van wie 18.000 in Duitsland zelf.