Moeder- en kindzorg in Guinee nog niet op niveau van voor ebolacrisis

door
Belga
Leestijd 2 min.

De gezondheidszorg in een aantal West-Afrikaanse landen ondervindt nog steeds hinder van de ebolacrisis die er in 2014 uitbrak. Zo is de zorg voor moeder en kind nog niet opnieuw op het niveau van voorheen. Dat zeggen wetenschappers van onder meer het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen. De ebola-uitbraak heeft in 2014 aan meer dan 11.000 mensen het leven gekost. De gezondheidszorg werd het hardst getroffen in Guinee, Liberia en Sierra Leone. Onderzoekers uit Antwerpen, Conakry (Guinee) en California (Verenigde Staten) brachten de gevolgen van de ebola-uitbraak op de zorg voor moeder en kind in kaart. Ze keken meer specifiek hoeveel vrouwen en kinderen in het binnenland van Guinee gebruik maakten van prenatale zorg, bevalling in een gezondheidsstructuur en vaccinaties.

Onderzoeker Alexandre Delamou, die in Antwerpen momenteel zijn doctoraatsstudie afrondt, zag met zijn collega's een sterk negatieve trend voor de moeder- en kindzorg, met veel minder prenatale consultaties en bevallingen in een gezondheidszorginstelling vergeleken met voor de uitbraak.

"Na het einde van de uitbraak in 2016 herstelde het gebruik van deze diensten zich niet volledig. Hetzelfde geldt voor de meeste vaccinaties", klinkt het bij de onderzoekers, die zeggen dat gerichte interventies nodig zijn om gezondheidsdiensten voor moeder en kind opnieuw op niveau te krijgen. Ze schreven hun bevindingen neer in het wetenschappelijke tijdschrift 'Lancet Global Health'.

Sinds dit jaar werkt Guinee samen met Antwerpen om onder meer nieuwe institutionele en onderzoekscapaciteit in het land op te bouwen. Omdat veel artsen en verpleegkundigen tijdens de uitbraak overleden, worden onder andere gezondheidsprofessionals opgeleid.

bron: Belga