Vlaams en Brussels parlement schorten belangenconflict rond Vivaqua een maand op

door
Belga
Leestijd 2 min.

De delegaties van het Vlaams en Brussels Parlement hebben tijdens hun tweede vergadering beslist om Vivaqua en de betrokken gemeenten een maand de tijd te geven om tot een akkoord te komen over de voorwaarden voor de gemeenten om uit de intercommunale te treden. Omdat een aantal Vlaamse gemeenten in realiteit niet uit Vivaqua konden stapten, riep het Vlaams Parlement een belangenconflict in tegen het voorstel van decreet dat een fusie tussen de intercommunale Vivaqua en een andere Brusselse intercommunale Hydrobru moet mogelijk maken. Een nieuwe vergadering tussen beide delegaties is op 17 maart gepland. "Er zijn signalen dat Vivaqua haar starre houding heeft laten varen en nu toch met de Vlaamse gemeenten wil onderhandelen over hun vertrek uit de intercommunale. Daarom hebben we vandaag beslist om de onderhandelingen nog wat tijd te geven opdat ze tot resultaat kunnen leiden", klonk het bij verschillende deelnemers aan het overleg.

Het belangenconflict kwam er omdat een aantal Vlaamse gemeenten uit Vivaqua wilden stapten wegens de nakende fusie van de gezonde intercommunale, die vooral actief is rond waterdistributie, met de Hydrobru, een intercommunale die zich voornamelijk met afvalwaterbeheer bezighoudt en die in slechte papieren zit. Terwijl Vivaqua naast Brusselse ook Vlaamse en Waalse gemeenten verzamelt, is Hydrobru enkel in Brusselse gemeenten actief.

Een vertrek uit Vivaqua is voor de gemeenten mogelijk, indien er een vergelijk gevonden kan worden over de waardebepaling van de activa en passiva. En daar knelt het schoentje. De Vlaamse gemeenten zwaaien met het samenwerkingsakkoord over gewestgrenzenoverschrijdende intercommunales; aan Brusselse kant wordt gesteld dat het geschil voornamelijk een commercieel geschil is. De fusie van de twee intercommunales is nodig om de sector te rationaliseren, benadrukken de Brusselaars.

Normaal is voorzien dat bij een belangenconflict tussen twee parlementen de assemblees 60 dagen tijd hebben om een vergelijk te vinden, zoniet beland het dossier in de Senaat. Maar de Senaat wordt pas gevat indien de parlementen laten weten dat ze geen akkoord hebben. Indien ze niets laten weten, loopt de termijn dus in de praktijk door.

bron: Belga