"Eigen propagandamachine nodig tegen die van IS"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Een eigen "propagandamachine" tegenover die van IS, om "de positieve krachten binnen onze gemeenschappen" te 'empoweren'. Daar heeft OCAD-directeur Paul Van Tigchelt voor gepleit in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart, die focust op radicalisering en extremisme op het internet. "We mogen ons niet enkel focussen op het verwijderen van propaganda op het internet", beklemtoonde Van Tigchelt. Terreurgroep IS is immers al een tijdje verschoven van het openlijk reclame maken om jongeren naar Syrië te lokken, naar het verdoken aanzetten van 'homegrown terrorist fighters' om in eigen land aanslagen te plegen.

Volgens de OCAD-topman moet de strijd op internet dus onder meer focussen op zogenaamde 'counter narrative', het verspreiden van een tegenverhaal. En dat doe je best door het 'empoweren' - het ondersteunen en versterken - van positieve krachten. "Niet enkel via sociale media, ook in sportclubs, scholen en moskeeën bijvoorbeeld. We moeten hen laten spreken met jongeren. Dat is heel belangrijk, belangrijker dan negatieve maatregelen zoals het verwijderen van content."

Daarnaast is er de verdoken communicatie via versleutelde kanalen, zoals Whatsapp of Telegram. "Een geweldige uitdaging waar we als Europese landen mee worstelen", noemde Bart Thys van het OCAD dat. De bedrijven achter die sociale media werken immers lang niet altijd mee. Al is er sinds begin 2015 wel een duidelijke kentering te merken, klonk het. "Van Google zijn we intussen een geprivilegieerde partner, dus onze vragen worden daar nu meer dan aandachtig bekeken", aldus Patrick Ludinant van DJSOC, de politiedienst die werkt op zware en georganiseerde criminaliteit. "We proberen hetzelfde te bereiken met Facebook, Twitter en andere diensten."

"We moeten technisch kunnen wat we juridisch mogen", zo parafraseerde Van Tigchelt wat de Franse en Duitse ministers van Buitenlandse Zaken enkele maanden geleden nog bepleitten. "We hebben onze tapwetgeving en kunnen data onderscheppen onder de controle van een onderzoeksrechter als er concrete aanwijzingen zijn van ernstige strafbare feiten. Maar momenteel is het onderscheppen van geëncrypteerde boodschappen niet altijd mogelijk", betreurde hij.

Op Europees niveau wordt wel geprobeerd om de internetbedrijven tot medewerking te bewegen, merkte hij nog op. "Want dit is geen Belgisch maar een mondiaal probleem, waarvoor de medewerking van de grote bedrijven nodig is."

bron: Belga