Beroep moet mogelijk zijn tegen weigering inkijken opsporingsonderzoek

door
Belga
Leestijd 1 min.

Een verdachte naar wie een opsporingsonderzoek loopt, moet in beroep kunnen gaan als het parket hem of haar inzage weigert in het dossier. Dat die mogelijkheid nu niet bestaat, is in strijd met de grondwet, zegt het Grondwettelijk Hof in een arrest. Het strafonderzoek is geheim. Met het oog op de rechten van verdediging kan een verdachte niettemin inzage vragen in het dossier. Gaat het om een opsporingsonderzoek, dan kan het parket in kwestie volledig op eigen houtje beslissen om daar al dan niet op in te gaan. Het Grondwettelijk Hof heeft daar ten gronde niets op tegen. Het is gerechtvaardigd dat de procureur des konings inzage weigert met het oog op de doeltreffendheid van het lopende onderzoek of de bescherming van de grondrechten van mensen die in het dossier opduiken, luidt het.

Wat echter niet kan, is dat een verdachte zo'n weigering niet kan aanvechten bij een onafhankelijke en onpartijdige rechter, vindt het Grondwettelijk Hof. Het parket trekt immers met veel zaken onmiddellijk naar een vonnisrechter, zonder dat er een onderzoeksrechter aan te pas gekomen is. Bovendien kan het parket via de zogenaamde 'mini-instructie' ook ingrijpende onderzoeksdaden vorderen zonder dat er een gerechtelijk onderzoek wordt geopend.

Het is nu aan de wetgever om beroep mogelijk te maken, besluit Grondwettelijk Hof.

bron: Belga