Nederlandse Justitieminister hoorde op 27 december over passage Amri door Nederland

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Nederlandse minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur is er op dinsdag 27 december van op de hoogte gebracht dat Anis Amri, de veronderstelde dader van de aanslag op een kerstmarkt in Berlijn, waarschijnlijk in Nederland is geweest. De bewindsman heeft dit vandaag aan het parlement geschreven, dat gisteren om opheldering heeft gevraagd. De aanslag van Amri dateert van 19 december. Twee dagen later hebben de Duitse autoriteiten een Europees aanhoudingsbevel tegen de Tunesiër uitgevaardigd.

Italiaanse en Franse media hebben gisteren gemeld dat de man op 21 december in Nederland, meer bepaald in Nijmegen, zou zijn geweest en van daaruit is doorgereisd naar Frankrijk. Uiteindelijk schoot de Milanese politie hem in de nacht van 22 op 23 december bij een routinecontrole dood.

Ard van der Steur zegt dinsdag, dus een dag voor de melding door de media, te zijn geïnformeerd dat Anis Amri waarschijnlijk in Nederland is geweest. Gisteren bevestigde het Nederlandse Openbaar Ministerie dat Amri hoogstwaarschijnlijk in Nijmegen is vastgelegd door camera's.

Nog volgens de minister hebben de Italiaanse autoriteiten op vrijdag 23 december Nederland laten weten dat de in Milaan doodgeschoten Amri een Nederlandse simkaart bij zich had. Hij voegt eraan toe dat de vondst van de simkaart aanleiding was voor het opvragen en analyseren van camerabeelden op de stations van Zwolle en Nijmegen. Medewerkers van telecomoperator Vodafone hadden de gratis simkaart die Amri had namelijk op die plekken uitgedeeld.

Nog volgens Van der Steur waren de Nederlandse politie, marechaussee en het OM mede alert op Amri, op basis van het feit dat hij gesignaleerd stond en er een Europees aanhoudingsbevel was.

Bron: Belga