Onderzoekscommissie aanslagen: "Bitcoins zijn groot gevaar"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Gebeurt terreurfinanciering via bitcoins en andere virtuele munten, dan vliegt de witwascel vandaag nog grotendeels blind. Bitcoins zijn dus "een groot gevaar", waarschuwde topman Philippe de Koster woensdag in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. Hij vindt dan ook dat België dringend extra stappen moet zetten. België beschikt vandaag niet over een erkend platform voor de inwisseling van bitcoins, Nederland en Luxemburg wel. "Een Belg die bitcoins heeft en ze wil inwisselen, passeert dus via Luxemburg of Nederland", zo verduidelijkte de Koster aan de leden van de onderzoekscommissie.

Probleem is dus dat de Belgische witwascel "blind en volledig afhankelijk is van Luxemburg of Nederland". "Als een potentiële terrorist bijvoorbeeld via Luxemburg gaat, kan ik alleen maar hopen dat de Luxemburgse diensten me de informatie doorspelen", waarschuwde de Koster, die vindt dat ons land bijkomende maatregelen moet treffen.

Op dit moment waarschuwen de Nationale Bank en de FSMA slechts dat bitcoins niet zonder gevaar zijn, aldus de Koster. Zo herinneren ze er op hun website slechts aan "dat virtuele munten geen wettelijke betaalkracht hebben en geen vorm van elektronisch geld zijn". "Er is noch financieel toezicht, noch 'oversight' op virtueel geld", klinkt het nog.

De Koster gaf de onderzoekscommissie voorts te kennen dat de witwascel - officieel de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) - de jongste jaren stelselmatig meer dossiers van terreurfinanciering doorspeelt aan het federaal parket. In 2014 waren het 36 dossiers, vorig jaar 75 en dit jaar al 95.

De Koster herhaalde ook zijn pleidooi om de CFI te erkennen als "inlichtingendienst in de tweede lijn". Hij vraagt niet om telefoontaps of frontstores te mogen organiseren, de witwascel zou zich blijven beperken tot de financiële transacties. Maar het zou hem bijvoorbeeld toelaten informatie uit het buitenland "ten volle te gebruiken" en inlichtingen afdoende te beschermen.

Die uitwisseling van informatie met buitenlandse zusterdiensten loopt trouwens opvallend goed, gaf de Koster nog te kennen. Vraagt hij Frankrijk om informatie over bepaalde financiële transacties, dan loopt dat een half uur à drie kwartier later al binnen. Maar ook van de VS en Luxemburg komt bijvoorbeeld meestal nog dezelfde dag een antwoord aan. "De gerechtelijke diensten kunnen die info ook vragen, maar voor hen duurt het veel langer."

Met de Franse collega's loopt het intussen zelfs zo vlot dat beide diensten proactief op zoek gaan naar alle mogelijke informatie die bij hen voorhanden is wanneer er in het andere land iets belangrijk gebeurt op vlak van terrorisme. "We wachten zelfs niet meer op een vraag die eventueel zou komen", aldus nog de Koster.

bron: Belga