Vanobbergen breekt lans voor kinderrechten in Zuid-Afrika en Mozambique

door
Belga
Leestijd 2 min.

Bruno Vanobbergen, de Vlaamse kinderrechtencommissaris, was vorige week in Zuid-Afrika en Mozambique om er een pleidooi te houden voor meer kinderrechten in deze Afrikaanse landen. Er was veel interesse voor de Vlaamse manier van werken, zegt Vanobbergen maandag, enkele dagen na zijn bezoek. Vanobbergen bracht van 28 november tot 3 december een bezoek aan beide landen, waar er niet zoiets bestaat als een onafhankelijk kinderrechtencommissariaat.

"Zuid-Afrika kreeg in oktober van dit jaar een aanbeveling van het VN-comité voor de Rechten van het Kind om werk te maken van een kinderrechtencommissaris. Ik heb daar dan onze expertise en ervaring gedeeld met overheidsinstellingen, ngo's en andere internationale spelers", zegt Vanobbergen.

Hij ziet dat Zuid-Afrika wel bereid is om aan de oproep van de VN gehoor te geven. "Momenteel is een van de zeven leden van de Human Rights Commission in Zuid-Afrika al bevoegd voor de kinderrechten. Maar de meeste kinderen en jongeren weten niet dat ze daarbij terecht kunnen."

De kinderrechtencommissaris heeft daarom voorgesteld om, net zoals in Vlaanderen, een onafhankelijk persoon aan te stellen die de klachten van de kinderen kan behandelen en aan het parlement kan rapporteren. "En daar was heel wat interesse voor."

Maar de Zuid-Afrikaanse staatsstructuur bemoeilijkt een snelle implementatie van een kinderrechtencommissariaat. "Een kinderrechtencommissariaat instellen in een land met zeer sterke provinciale verschillen is heel moeilijk. Zo heeft de provincie West-Kaap al het bestaan ervan ingeschreven in haar aparte grondwet", aldus Vanobbergen.

Maar de kinderrechtencommissaris trekt zelf ook lering uit zijn bezoek aan Zuid-Afrika. "Het wetgevingstechnische werk dat zij reeds verricht hebben op het vlak van jeugddelinquentie is heel interessant voor het Vlaamse decreet waar nog volop aan wordt gewerkt."

In Mozambique, dat jaarlijks 12,5 miljoen euro steun van Vlaanderen krijgt, staan ze op dat vlak minder ver. "Hier hebben ze nog af te rekenen met problemen van een andere orde. Drieënveertig procent van de kinderen is ondervoed, slechts zes procent van de leerlingen in het derde leerjaar kan lezen. De situatie is echt hallucinant. De focus hier lag vooral op hoe je van onderuit een sterk kinderrechtenbeleid kan voeren", besluit Vanobbergen.

bron: Belga