Een op de vijf jongeren in gemeenschapsinstelling soms in isolement

door
Belga
Leestijd 1 min.

Bijna één op de vijf jongeren die vorig jaar in een gemeenschapsinstelling verbleven, belandde daar in isolement. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) die werden opgevraagd door zijn partijgenote Katrien Schryvers, waarover de kranten van Mediahuis vandaag berichten. In 2015 verbleven in totaal 1.413 jongeren in de zes Vlaamse gemeenschapsinstellingen. 249 van hen (17,6 procent) werden tijdens hun verblijf in isolement geplaatst. Gemiddeld verbleven de jongeren enkele uren in isolement, al zijn er uitzonderingen. Zo bleek dat een meisje in de gesloten instelling van Beernem negen dagen lang in isolement zat.

Elke instellinge heeft "aangepaste kamers waar de jongere tot rust kan komen", zegt Peter Jan Bogaert van het Agentschap Jongerenwelzijn. "Uit ­veiligheid zijn er geen losstaande elementen waaraan je je kan verwonden." Afzondering gebeurt alleen als de veiligheid van de jongere of van andere jongeren of opvoeders in het gedrang komt, aldus Bogaert. "Soms vragen jongeren zelf om afgezonderd te worden. De duur wordt zo kort mogelijk gehouden."

Er zijn grote verschillen tussen de instellingen. In de gesloten jongensinstelling van Wingene moest 42 procent in isolement, in Beernem zelfs 48 procent. "Een jaar eerder ging het in Beernem maar om 27 procent", zegt Bogaert. "Soms zijn er 'rustige' groepen, en soms groepen met veel incidenten. Wingene is een nieuwe campus, die in 2015 is geopend. Het eerste jaar is voor jongeren en begeleiders wat zoeken. Intussen is de rust weergekeerd."

bron: Belga