Indianen winnen strijd tegen olie

De in totaal meer dan 8.000 indianen en symphatiserende milieu-activisten verbleven al meer dan zes maanden in een geïmproviseerd tentenkamp in Standing Rock, het Oceti Sakowi-kamp. De Sioux-stam beschouwt de pijpleiding als een bedreiging voor haar waterbronnen en voor heilige plaatsen waar de voorouders zijn begraven.

Missouri

De Amerikaanse overheid heeft nu besloten om geen vergunning te geven om de werken aan de North Dakota Access Pipeline (DAPL) voort te zetten. De arbeiders van het DAPL-project hadden de leiding al afgewerkt tot aan de Missour-rivier. Ze krijgen van het Amerikaanse Army Corps of Engineers echter geen toestemming om te boren onder de rivier en zouden de pijpleiding nu omleiden.

Andere routes

De legerdiensten lieten weten dat ze hun beslissing baseerden op de "nood om andere routes te onderzoeken". "Hoewel we continu praten en informatie uitwisselen met de Sioux van Standing Rock en Dakota Access, is het duidelijk dat we nog werk voor de boeg hebben", aldus Jo-Ellen Darcy van de afdeling civiele werkzaamheden. "De beste manier om dat werk op een verantwoorde en snelle manier te voltooien, is om alternatieve routes te verkennen voor de pijpleiding." Volgens het Army Corps zijn de tribale rechten van de oorspronkelijke bewoners die zijn vastgelegd in de wet "essentiële onderdelen" van de analyses die zullen worden uitgevoerd. Volgens de Sioux zullen de legerdiensten een milieu-impactstudie uitvoeren en op zoek gaan alternatieve routes.

Vier staten

Het blijft afwachten welke houding de nieuwe president Donald Trump na zijn inhuldiging zal aannemen ten opzichte van het project. Trump sprak eerder al zijn steun uit voor DAPL. De pijpleiding, een bouwproject van 3,8 miljard dollar (3,6 miljard euro) moest 1.886 kilometer lang worden, vier Amerikaanse staten doorkruisen en olie transporteren van North Dakota, dat grenst aan Canada, naar het meer zuidelijke Illinois.