Pendelaar van de week: Julie Neefs

Elke week grijpt Metro een pendelaar bij de kraag voor een kort gesprek. Achter elke anonieme reiziger schuilt immers een verrassende persoonlijkheid. Deze week is het de beurt aan Julie Neefs, een 25-jarige psychologe.
door
Heleen
Leestijd 2 min.

ZICHT

Als ik mensen zie communiceren, dan zoek ik altijd naar het verhaal achter hun dynamieken. Waarom gedraagt een kind zich afstandelijk? Zit de ouder misschien niet goed in zijn vel? Als psychologe geeft het me voldoening om mijn veronderstellingen te kunnen aftoetsen aan de realiteit van de patiënten.

GEHOOR

Vroeger bracht een stilte spanning teweeg in mijn lijf, maar nu voelt dat net goed aan. Als er ruimte is voor zwijgen in een relatie of vriendschap, wijst dat op een veilige band. In mijn therapiesessies stel ik vast dat veel mensen de stilte niet kunnen verdragen omdat die te confronterend is.

SMAAK

Ik ben opgevoed met een heel beperkt smakenpalet, maar ik heb mezelf geleerd om alles te proeven. Dat vind ik een grote verrijking. Eten is voor mij nu een manier om op reis in contact te treden met andere culturen omdat ze vaak trots zijn op hun keuken. In Brussel ben ik vaste klant bij Bar Bik voor de seizoensgebonden gerechten en de gezellige setting!

TAST

Ik ben van nature een tactiel iemand die de gewoonte heeft om alles aan te raken. Op die manier worden er emoties en herinneringen getriggerd in mijn hersenen. Ik hou ervan als warme, zachte dingen mij meteen in een sfeer van gezelligheid brengen.

REUK

Alle geuren die doen denken aan de zomer geven mij een warm gevoel. Vers gemaaid gras, een barbecue die enkele tuinen verder aan het branden is, of je huid die na een lange dag op het strand naar de zon ruikt. Cliché, maar daarom niet minder heerlijk.

ZESDE ZINTUIG

Mijn buik is mijn kompas in het leven. Keuzes maak ik niet op basis van cijfers of feiten, maar geheel subjectief door te luisteren naar mijn intuïtie. Ook als ik mensen ontmoet, weet ik dankzij mijn buikgevoel meteen of het al dan niet mijn type persoon is.

Tekst en foto Charlotte De Cort