Seppe Smits: "Ik zou dit leven voor geen geld van de wereld willen missen"

Veel mensen zouden de winter maar al te graag skippen, maar voor snowboarder Seppe Smits mogen die koude maanden oneindig lang duren. Het grootste deel van het jaar vind je hem op het witte tapijt in de bergen, waar hij zijn lichaam klaarstoomt voor een seizoen boordevol wedstrijden.
door
Mare
Leestijd 2 min.

Je bent een freestyle snowboarder gespecialiseerd in big air, halfpipe en slopestyle. Wat doe je het liefst?

“?In slopestyle vind je de meeste variatie omdat het een combinatie is van alles wat er in het freestyle snowboarden kan. Er liggen altijd een paar big airs in, gevolgd door andere obstakels waar je allerlei creatieve tricks op moet uitvoeren. Die verschillende trucs worden dan beoordeeld door een jury op variatie, uitvoering, moeilijkheidsgraad, stijl en originaliteit. Diegene met de meeste punten wint de wedstrijd.?“

Weet je op voorhand waaruit het parcours zal bestaan?

“?Af en toe vind je dat online, maar je kunt uit die tekeningen moeilijk opmaken hoe alles gaat aanvoelen. Voor de wedstrijd heb je meestal één of twee trainingsdagen waarop je de slopestyle zo goed mogelijk gaat verkennen om een sterke run samen te stellen. Op dat moment laat je je creativiteit de vrije loop, rekening houdend met je eigen zwakte- en sterktepunten.?“

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe verloopt een gemiddelde dag voor jou?

“?Mijn daginvulling is voor een groot deel afhankelijk van het weer. Bij klare hemel sta ik vroeg op, neem ik een stevig ontbijt en trek ik de bergen in. Rekening houdend met de omstandigheden oefen ik op een bepaalde truc of jump die ik nog onder de knie wil krijgen. Als het weer niet toelaat om te gaan snowboarden, dan ga ik fitnessen zodat mijn lichaam sterk genoeg is om een heel seizoen aan te kunnen.?“

Hoe ziet zo'n seizoen eruit?

“?Aangezien het nu een Olympisch kwalificatiejaar is, reis ik de wereld rond om aan wedstrijden deel te nemen. Zo ga ik tijdens de maanden november en december trainen in Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, China en Amerika. Voor een wedstrijd blijf je gemiddeld vijf tot zeven dagen in een land. Dat betekent: trainingen - jetlag inclusief -, kwalificaties of halve finales, weer trainingen en dan nog een dag finale.?“

Hoe heb jij ooit de keuze tussen skiën en snowboarden gemaakt?

“?Op driejarige leeftijd stond ik al op skilatten omdat mijn ouders mij ieder jaar meenamen op wintersportvakantie. Toen ik negen jaar oud was, heb ik voor het eerst geprobeerd om te snowboarden. Daar was ik zo snel aan verknocht dat ik die skilatten niet lang meer heb aangehouden. Mijn snowboardpassie werd alleen maar groter, zodat mijn ouders mij doorheen het jaar niet naar de basket- of voetbaltraining brachten maar naar de indoor skipiste.?“

Welke ervaring is jou tot nu toe het meest bijgebleven?

“?De Olympische Spelen in Sotsji, Rusland, twee jaar geleden. Daar heb ik deelgenomen aan de slopestyle en heb ik de dertiende plaats behaald. De finale heb ik dus op één plaatsje gemist, al was het zeker een goede prestatie. Alle trucs die ik als doel voorop had gesteld, heb ik toen kunnen landen.?“

Wat zou je graag veranderd zien in de wereld van de wintersport?

“?Qua vervuiling is er nog veel werk aan de winkel. Momenteel bevind ik mij in Zwitserland op een gletsjer die ik de voorbije tien jaar angstaanjagend veel heb zien smelten. Ik zie dagelijks ook afval rondslingeren in de bergen. Aan alle mensen die op wintersportvakantie gaan: probeer milieubewust om te gaan met het landschap.?“

Wat zijn jouw plannen nog voor de toekomst?

“?Komend seizoen wordt heel belangrijk om mij te kunnen kwalificeren voor de Olympiche Spelen van 2018. Verder wil ik mij ook nog graag wagen aan backcountry snowboarding, waarbij je off-piste gaat snowboarden in de losse poedersneeuw. Daarna is het een beetje afwachten of mijn lichaam de trucs gaat blijven aankunnen die de jongere generaties tegenwoordig allemaal showen. Momenteel zou ik mijn leven als snowboarder voor geen geld van de wereld inruilen. Een groot deel van de planeet afreizen terwijl ik mag doen wat ik het liefst doe – wat wil een mens meer??“

Charlotte De Cort