IJzersterke Belgen bijten tanden stuk op Sagan

Ondanks een ijzersterke collectieve prestatie rijdt er volgend seizoen geen Belg rond in de regenboogtrui. In de beslissende spurt werd Tom Boonen geklopt door Peter Sagan, die zo zijn titel verlengt.
door
Maarten
Leestijd 2 min.

Niet dat er iemand de Belgische ploeg iets kan verwijten. Zoals aangekondigd namen Boonen en co op het biljartvlakke parcours in Qatar het heft in handen, goed beseffende dat hun kopman enkel na een bikkelharde koers kans zou maken om in de quasi onvermijdbare spurt intrinsiek snellere renners te vloeren. De weergoden hielpen alvast een handje. Naar Qatarese normen was het niet overdreven heet en in de woestijn stond er een stevige wind, ideaal om waaiers te trekken. Toen de lichtblauwe trein zich na 85 kilometer op kop zette en het tempo de hoogte in jaagde, brak het peloton al snel in stukken. Een hele resem grote namen geraakte achterop, al bestond nog altijd de kans dat alles weer zou samensmelten op het plaatselijke circuit.

Belgen maken de koers

Mede door een gebrekkige samenwerking in het achtervolgende peloton liep het zo'n vaart niet. Naarmate de kilometers verstreken werd het stilaan duidelijk dat de wereldkampioen in de kopgroep gezocht moest worden, waar de Belgen - zes stuks in totaal - nog altijd het gros van het vuile werk opknapten. In de slotkilometers probeerden de Nederlanders Niki Terpstra en Tom Leezer om de spurt nog te ontlopen, maar dat bleek ijdele hoop. Jürgen Roelandts moest wel een flinke inspanning leveren om het gat op die laatste te dichten, waardoor Boonen het in de spurt in zijn eentje moest zien te redden. Dat lukte net niet. De onvermijdelijke Peter Sagan (foto) kwam er nog over, net als Mark Cavendish. Greg Van Avermaet, de tweede Belgische kopman, haalde nog net de top tien.

«Sterkste ploeg»

Na afloop overheerste in het Belgische kamp de ontgoocheling. «Al ben ik ergens ook wel tevreden of opgelucht dat ik nog brons haal», vertelde Boonen. «Dan houd ik toch nog iets over aan dit WK. Met een vierde stek ben je al helemaal niets.» De Kempenaar was wel vol lof over zijn ploegmaats. «We hebben ons getoond, gestreden voor wat we waard waren en de koers in handen genomen. Wij waren de sterkste ploeg, al was het echt knokken om die waaier op te zetten.»