Helft gezinnen met minstens één invalide familielid kan eindjes moeilijk aan elkaar knopen

door
Belga
Leestijd 2 min.

De helft van de Belgische gezinnen waarvan minstens één gezinslid invalide is (minimaal één jaar arbeidsongeschikt door ziekte of handicap, nvdr), hebben het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat blijkt uit een enquête van de Christelijke Mutualiteiten (CM) en partnerorganisaties Samana en Altéo, waarvan de resultaten vrijdag werden voorgesteld. "De uitkeringen voor invaliden moeten naar omhoog, om op een menswaardige manier te kunnen leven", zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. Voor het onderzoek van de CM werd bij 498 invaliden gepeild naar de financiële situatie. De helft van de bevraagden verklaarde dat het voor hen eerder moeilijk tot zeer moeilijk is om rond te komen. Er wordt vooral bespaard op de niet strikt noodzakelijke gezondheidskosten, zoals een bezoek aan de tandarts of de aankoop van een bril. Ook op uitgaven voor vrije tijd of vakantie wordt beknibbeld.

Alleenstaanden, met of zonder kinderen, komen als meest kwetsbare groep naar voren. Ook hebben jongeren het iets moeilijker dan ouderen.

Verwacht wordt dat de groep invaliden de komende jaren fors zal stijgen, van 390.000 in 2016 tot 516.000 in 2022. Vooral demografische factoren zoals de vergrijzing spelen daar een belangrijke rol in. De stijging zou volgens het onderzoek de kosten voor de sociale zekerheid doen toenemen van 5,2 tot 6,8 miljard euro in 2022.

De CM doet daarom enkele aanbevelingen. "Ten eerste moeten de uitkeringen voor invaliden naar omhoog, om op een menswaardige manier te kunnen leven is dat absoluut nodig", zegt Van Gorp. Verder wil de mutualiteit inzetten op preventie en de werkomstandigheden - vooral voor oudere werknemers - verbeteren, om het aantal invaliden naar beneden te krijgen, "anders wordt dat voor de sociale zekerheid onbetaalbaar", zegt algemeen secretaris Jean Hermesse.

bron: Belga