Een op de zeven Brusselse kinderen heeft 2 jaar achterstand na lagere school

door
Belga
Leestijd 1 min.

Een op de zeven (14 procent) Brusselse leerlingen in het eerste jaar secundair onderwijs heeft al minstens twee jaar schoolachterstand opgelopen. Dit loopt op tot 20 procent in de armste gemeenten, met Sint-Joost-ten-Noode als uitschieter (27 procent). Dat is een van de vele alarmerende conclusies van de nieuwste Welzijnsbarometer van het Hoofdstedelijk Gewest. Volgens de Welzijnsbarometer 2016 van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel moet ongeveer een derde (29,7 procent) van de Brusselaars rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens. Dat is een tikkeltje beter dan in de barometer 2015 (30,9 procent), maar een pak hoger dan in Vlaanderen (10,3 procent) en Wallonië (18,3 procent). Het aandeel personen met een "risico op armoede of sociale uitsluiting' ligt in de 19 gemeenten rond de 38 procent.

Weinig verrassend loopt dat armoederisico op bij personen die leven in een huishouden zonder of werk of met lage werkintensiteit. Bovendien groeit net geen kwart (24 procent) van de Brusselse kinderen, de -18-jarigen, op in een huishouden zonder inkomen of werk.

Onderwijs is dan ook een van de domeinen waar de Brusselse armoede zich fel manifesteert. Zo is er niet alleen de schoolachterstand, maar ook de problematiek van de schoolverlaters. Van de Brusselse jongvolwassenen (18-24 jaar) verlaat één jongeman op de zes en één jonge vrouw op de zeven de school zonder diploma hoger secundair.

Voorts blijkt dat net geen 30 procent van de actieve Brusselaars met hoogstens een diploma lager secundair werkloos is.

bron: Belga