Proces Bernard Wesphael - Wesphael voor het eerst geconfronteerd met rivaal

door
Belga
Leestijd 3 min.

Op de hoorzitting van woensdag, waar de moraliteitsgetuigen van Véronique Pirotton aan het woord kwamen, werd ook haar minnaar Oswald D. ondervraagd. Die stond voor het eerst oog in oog met Bernard Wesphael. De advocaat van die laatste pakte hem stevig aan, maar gaf uiteindelijk gefrustreerd de brui aan zijn verhoor. Oswald D. werd eerst op de rooster gelegd door de voorzitter van het Hof van Assisen, waarna hij ondervraagd werd door Jean-Philippe Mayence, advocaat van de verdediging.

Die vroeg de getuige of hij een sadomasochistische seksuele relatie had met het slachtoffer, zoals hij had aangegeven in bepaalde brieven. "Dat is nooit het geval geweest", antwoordde de getuige.

Op 31 oktober 2013 contacteerde Oswald zijn minnares twee keer in kamer 602 van het hotel Mondo. De getuige maakte een verwarde indruk toen hij verklaarde dat Veronique zijn eerste oproep beantwoordde met "Victor, Victor", waarna de lijn verbroken werd. "Ik belde een tweede keer en toen nam Bernard Wesphael op, en enkele seconden later heb ik opgehangen", verklaarde hij.

Op de vraag of hij "Het is je grote boze wolf" zei tijdens zijn eerste oproep gaf hij een verward antwoord. "Ik heb dat misschien gezegd maar ik zou dat niet zeggen tegen Wesphael. Ik herinner me niet dat ik Bernard Wesphael aan de lijn had en dat hij me Véronique doorgaf. "Hoe komt het dan dat Bernard Wesphael die zin heeft kunnen horen?", zo repliceerde de advocaat op licht agressieve toon.

De advocaat wilde ook weten waarom de getuige een tweede keer kamer 602 opbelde. De getuige liet verstaan dat hij zijn minnares niet zo veel had opgebeld op 30 en 31 oktober 2013. Hij belde haar echter verschillende keren op, waarvan een keer voor een lang gesprek dat hij gedeeltelijk opnam. "Ik weet het niet", antwoordde de getuige die aan de politieagenten toevertrouwde dat hij bang was van de beschuldigde. "Vandaag verklaart hij dat hij het niet weet, het is weer wat anders", merkte Mayence op.

Op 4 oktober 2013, de dag na het enige verhoor door de politie, schreef de getuige een lange brief waarin hij Bernard Wesphael beschuldigde, en zei dat hij zijn daad gepland had.

De advocaat boog zich ook over de huiszoekingen die werden verricht in zijn huis en vroeg hem wie APL was, aan wie hij zei zich niet ongerust te maken.

De voorzitter had hem eerder dezelfde vraag voorgelegd maar daarop kon de getuige niet antwoorden. Aan de advocaat antwoordde hij: "Het is een advocaat!"

Tot slot vond de verdediging het vreemd dat hij brieven schreef aan het slachtoffer na haar dood. Zo schreef hij op 5 november: "Ik ben naar je zus gegaan om de brieven te zoeken die ik je schreef...". Oswald zei daarop dat het de zus van Véronique was die ze terugbracht. "Nadine zei me dat ze in de bureau van Véronique was geweest in het ziekenhuis. Toen ze haar spullen verzamelde, vond ze de brieven terug in het bureau en heeft ze die aan mij bezorgd." Daarna bedacht hij zich en zei: "Ah ja, je hebt gelijk, ik ben de brieven bij Nadine gaan ophalen." Na dat vreemde antwoord besloot advocaat Mayence zijn verhoor stop te zetten.

De burgerlijke partijen vroegen de jury te onthouden dat enkel Bernard Wesphael aanwezig was in Oostende op het moment van de dood van Véronique Pirotton. "Ik ben geschokt om te zien dat de twee mannen die beweren van Véronique Pirotton gehouden te hebben een zo gecontroleerde houding hebben en zo weinig emotie vertonen. "Ik denk niet dat ze dat had willen zien", zo zei de Luikse advocaat.

Advocaat Mayence herinnerde eraan dat zijn cliënt nog steeds verondersteld wordt onschuldig te zijn.

De neef van het slachtoffer zei op zijn beurt dat hij naar een "slechte film" had zitten kijken, met "twee manipulatoren die elkaar de schuld geven". Bernard Sohet betreurde dat het leek alsof niet Bernard Wesphael maar Oswald D. de beschuldigde was.

bron: Belga