Vlaams sportbeleid boekt vooruitgang, Waals sportbeleid stagneert

door
Belga
Leestijd 1 min.

Het Vlaamse sportbeleid heeft sinds 2008 een opmerkelijke vooruitgang geboekt. Dat blijkt uit een onderzoek van de internationale onderzoeksgroep naar sportbeleid SPLISS van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Aan Waalse kant is er sprake van stagnatie. De Olympische Spelen in Rio gaan voor België de geschiedenis in als één van de meest succesvolle Spelen ooit met zes medailles. Via de internationaal vergelijkende studie SPLISS (Sport Policy factors Leading to International Sporting Success) tussen 15 landen (België, Nederland, Finland, Denemarken, Frankrijk, Brazilië, Zuid-Korea, Japan, Australië, Canada, Spanje, Zwitserland, Portugal, Estland, Noord-Ierland) onderzocht de VUB of het topsportbeleid hier voor iets tussen zit.

De studie baseert zich op 9 pijlers die het topsportklimaat omvatten. Vlaanderen is bij de besten van de klas, als het op talentontwikkeling aankomt. Voor vier andere pijlers leunt Vlaanderen dicht tegen het gemiddelde aan: organisatie en structuur, sportparticipatie, topsporterondersteuning en wetenschappelijk onderzoek.

Er zijn ook werkpunten. Zo scoort Vlaanderen onder het gemiddelde in topsportinfrastructuur, financiële middelen en trainersvoorzieningen en opleidingen. Wallonië daarentegen blijft praktisch voor alle pijlers onder het gemiddelde, enkel Brazilië deed slechter.

Opvallend is dat in het eerste SPLISS-1.0-onderzoek in 2008, de scores van Vlaanderen nog allemaal onder het gemiddelde lagen. De conclusie luidt dan ook dat het beleid in Vlaanderen wel degelijk georganiseerd is en nog tijd nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De evaluatie van het beleid is namelijk niet af te toetsen aan het huidige succes, want topsport is een langetermijnproces.

bron: Belga