Studiemonitor moet kostprijs onderwijs voor ouders in kaart brengen

door
Belga
Leestijd 2 min.

Er komt een studiemonitor waarmee wetenschappers kunnen berekenen hoeveel ouders moeten betalen voor hun schoollopende kinderen. Dat kondigt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) aan. Ze reageert daarmee op het pleidooi van de Gezinsbond en Test-Aankoop om naar gratis onderwijs te evolueren. Alles kosteloos maken is volgens minister Crevits evenwel niet realistisch. Op een kleine twee weken voor de start van het nieuwe schooljaar, staat de kostprijs van het onderwijs opnieuw op de agenda. Test-Aankoop en de Gezinsbond lanceren een petitie om hun eis voor gratis onderwijs kracht bij te zetten, waarbij ze onder meer pleiten voor een maximumfactuur in het secundair onderwijs. Ondertussen meldt onderwijsvakbond COV dat negen op de tien leerkrachten in het basisonderwijs uit eigen zak schoolmateriaal kopen.

Volgens minister Crevits is volledig kosteloos onderwijs op dit moment niet realistisch. "Het budget op orde houden, is een belangrijke verantwoordelijkheid van deze Vlaamse regering, met het oog op de toekomst van onze kinderen", aldus Crevits. De minister merkt ook op dat een maximumfactuur in het secundair onderwijs - in het basisonderwijs bestaat die al - een complexe zaak is omdat er zoveel verschillende richtingen zijn en de ene richting een grotere investering vraagt dan de andere.

Wel kondigt Crevits aan dat een studiemonitor werd ontwikkeld. Die moet het mogelijk maken exact te bereken wat ouders moeten ophoesten om hun kinderen naar school te laten gaan. Wetenschappers zullen dit jaar een representatieve doelgroep van ouders en leerlingen samenstellen en vanaf volgend jaar brengen ze de kosten in kaart. "We kijken zeker naar de eerste graad omdat daar veel gemeenschappelijke kosten zijn", zegt Crevits.

Ze benadrukt ook dat de regering bij onderwijsbeslissingen telkens "de sociale toets" voor ogen houdt, bijvoorbeeld bij het niet verhogen van het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs voor beursstudenten.

Crevits wijst er nog op dat Vlaanderen 11 miljard euro in onderwijs investeert, waarvan ruim 3,6 miljard euro in het basisonderwijs terecht komt. Dat komt neer op bijna 5.000 euro per leerling en dit jaar komt er 10 miljoen euro aan werkingsmiddelen bij. Met die werkingsmiddelen kunnen scholen voor het materiaal in de klas zorgen. "Het staat leraren natuurlijk vrij om daarenboven zelf nog wat extra's te kopen. En gelukkig. Ik vind dat dit getuigt van een engagement en een passie voor de job", aldus de minister.

Ze benadrukt dat op de werkingsmiddelen in het basisonderwijs het minste werd bespaard - "dat weten de vakbonden ook" - en herhaalt dat het basisonderwijs extra middelen zal krijgen als de budgettaire toestand verbetert.

bron: Belga