"Duizenden mijnwerkers leven in erbarmelijke omstandigheden in Zuid-Afrika"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Duizenden mijnwerkers leven in erbarmelijke omstandigheden in Zuid-Afrika. Dat meldt mensenrechtenorganisatie Amnesty International, die het mijnbedrijf Lonmin beschuldigt van "ontduikingen en leugens" en de overheid verwijt niet tussen te komen. Amnesty focust in haar rapport op de mijn van Marikana, op zowat 100 kilometer ten noordwesten van Johannesburg, waar in 2012 34 mijnwerkers door de politie werden gedood tijdens een staking.

Lonmin, een Brits bedrijf, telt ongeveer 20.000 permanente werknemers in Marikana. Zowat de helft van hen zijn migranten, maar slechts voor een drieduizendtal zorgt het bedrijf voor een onderkomen in hostels, aldus Amnesty. Veel van de mijnwerkers wonen dan ook in de Nkaneng-sloppenwijk van Marikana, in hutjes, omring door afval. Veel van de krotten hebben geen degelijke ramen en de hygiëne laat zwaar te wensen over. Zo lopen de rioleringen over als het regent, is er vaak geen water voorhanden, en valt de elektriciteit bovendien regelmatig uit, aldus het Amnesty-rapport.

De mensenrechtenorganisatie beschuldigt Lonmin ervan excuses te verzinnen om geen woningen te bouwen. Zo verklaarde het bedrijf dat er niet voldoende land of infrastructuur voorhanden was om huizen te bouwen, of dat het geen financiële partner kon vinden. Bovendien heeft de overheid "Lonmin de toelating gegeven om de wet te omzeilen, klaarblijkelijk zonder gevolgen", aldus Amnesty.

Lonmin reageerde op het rapport met de boodschap dat het bezig is met de bouw van appartementen en in 2013 50 hectare land geschonken heeft aan de overheid voor nederzettingen, waar ook arbeiders van Lonmin terecht zullen kunnen.

bron: Belga