Twintig jaar geleden brak zaak-Dutroux uit

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het is maandag exact twintig jaar geleden dat de ontvoerde meisjes Sabine Dardenne en Laetitia Delhez levend werden teruggevonden. Die gebeurtenis betekende het begin van de affaire-Dutroux. De zaak veroorzaakte een ongeziene ophef en legde meerdere gebreken in de werking van het gerechtelijke apparaat bloot. Dat leidde tot ingrijpende hervormingen bij politie en justitie. Sabine en Laetitia worden op 15 augustus 1996 levend bevrijd uit een woning van Marc Dutroux in Marcinelle. Twee dagen later worden in de tuin van het huis van Dutroux in Sars-la-Buissière de lijken ontdekt van Julie Lejeune en Mélissa Russo, die op 24 juni 1995 in Grâce-Hollogne waren verdwenen. Op 3 september worden in Jumet ook de lichamen aangetroffen van An Marchal en Eefje Lambrecks, die op 22 augustus 1995 aan de Belgische kust ontvoerd werden.

De feiten jagen een schokgolf door België. Bij de bevolking ontstaat groot ongenoegen over de werking van de Belgische instellingen. Dat vertaalt zich op 20 oktober in de Witte Mars: meer dan 300.000 Belgen trekken door de straten van Brussel om verandering te eisen.

Uiteindelijk zal de zaak leiden tot een grondige hervorming van de politiediensten. Ook wordt een strafuitvoeringsrechtbank ingevoerd die de aanvragen voor vervroegde vrijlating moet onderzoeken. Er wordt bovendien een Hoge Raad voor de Justitie opgericht.

In 2004 moet Dutroux zich voor het assisenhof van Aarlen verantwoorden samen met drie medebeschuldigden: zijn (intussen ex-)vrouw Michelle Martin, zijn kompaan Michel Lelièvre en de Brusselse zakenman Michel Nihoul. Ze worden tot gevangenisstraffen gaande van vijf jaar tot levenslang veroordeeld. Michel Nihoul, die niet schuldig bevonden werd aan ontvoering, krijgt de lichtste straf en zal de gevangenis al in april 2006 kunnen verlaten. Sinds 28 augustus 2012 is ook Michelle Martin vrij onder voorwaarden.

bron: Belga