VS roepen op tot terugkeer naar democratie na aanpassing grondwet in Thailand
De Verenigde Staten hebben maandag hun misnoegdheid uitgedrukt tegenover de aanpassing van de grondwet in Thailand. Ze eisen dat de militaire junta die al twee jaar aan de macht het land opnieuw naar een democratisch systeem met verkozen burgers leidt. Washington en Bangkok hadden een militair bondgenootschap afgesloten na de Koude Oorlog en de Vietnamoorlog, maar na de militaire staatsgreep van mei 2014 in Thailand leven beide landen op gespannen voet. De VS hebben sinds de staatsgreep dan ook gekozen om meer te focussen op hun banden met andere Zuidoost-Aziatische landen zoals Singapore, Maleisië, de Filipijnen en hun vroegere vijand Vietnam.
"We blijven bezorgd over het proces van de aanpassing van de grondwet, dat niet voor iedereen toegankelijk was", aldus woordvoerster van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken Elizabeth Trudeau, die het gebrek aan een "open debat" hekelt.
De Thailanders hebben zondag een zeer controversiële nieuwe grondwet goedgekeurd, die de junta toelaat het politieke veld te controleren, zelfs na de beloofde verkiezingen van 2017. Zowat 60 procent van de kiezers stemde voor de aanpassing. Volgens de oppositie had de junta onder leiding van generaal Prayut Chan-O-Cha echter elk debat verhinderd door de militanten van de neen-stem op te pakken of tot de orde te roepen.
"We roepen de Thaise autoriteiten met aandrang op om zo snel mogelijk maatregelen te nemen om opnieuw een regering te hebben die verkozen en geleid wordt door burgers", aldus Trudeau nog. De VS hebben al verschillende sancties uitgevaardigd tegen Thailand met als doel de democratische instellingen te herstellen, maar die hebben tot nu toe weinig resultaten geboekt.
"We vragen de overheid met klem om de beperkingen op de publieke vrijheden op te heffen, met name op de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame bijeenkomsten, zodat de Thailanders een dialoog zonder hindernissen kunnen voeren over de toekomst van het land", aldus de woordvoerster nog.
Bron: Belga