Lekkernijen met een verhaal

De Belgen zijn echte Bourgondiërs. Het mag dan ook niet verwonderen dat zowat elk dorp uitpakt met minstens één streekspecialiteit. We zetten enkele bekende lekkernijen en hun verhaal op een rijtje, aan jou om te kiezen.
door
Mare
Leestijd 1 min.

1. De cuberdon uit Gent

Als we de legendes mogen geloven werd het recept van de cuberdons in 1873 per toeval ontdekt door een Gentse apotheker die de houdbaarheidsdatum van geneesmiddelen wilde verlengen. Het mislukte experiment leverde hem een bonbon op met een harde buitenkant en een zachtere binnenkant, die we nu kennen als de rode neus. Omdat het snoepgoed maar drie weken goed blijft, is het vrijwel alleen in ons land te verkrijgen. De klassieke neuzekes smaken naar frambozen, maar tegenwoordig bestaan er ook 25 andere smaken, waaronder aardbeien, kersen, vanille, cola en kaneel.

2. Antwerpse handjes

Zoals de naam al doet vermoeden, zijn Antwerpse handjes koeken of chocolaatjes in de vorm van een hand. Die vorm is niet toevallig, maar verwijst naar de legende rond het ontstaan van Antwerpen. De hoofdrol in dat verhaal is weggelegd voor de reus Druon Antigoon, die de handen afhakte van de voorbijvarende schippers die tol weigerden te betalen. Het was de banketbakker Jos Hakker die in 1934 op de proppen kwam met het ultieme recept voor het deeg van de Antwerpse handjes, een mix van boter, suiker, eieren, bloem en geschaafde amandelen.

3. Knapkoeken uit de Maasvallei

Ook de knapkoeken (knapkoken) hebben hun naam niet gestolen: letterlijk staat het woord voor ‘zoete koek die knapt'. Het platte, ronde snoepgoed heeft een kruimelige deeg en is door de ruwe suikerkorrels aan de bovenkant erg gemakkelijk te herkennen. De koek is al sinds de 17de eeuw in de omloop en werd in eerste instantie vooral gebruikt als scheepsbeschuit. Schippers die langs de toenmalige haven van Maaseik passeerden, vertrokken zelden zonder een voorraad knapkoeken. Dankzij zijn droge structuur blijft het snoepgoed immers wekenlang goed.

4. Rijsttaart van Verviers

De precieze oorsprong van deze smeuïge rijsttaart is moeilijk te dateren. Sommige documenten situeren ze in het begin van de 17de eeuw. Toen werd ze vooral in Verviers gemaakt en gegeten. De regio was in die tijd een belangrijk Europees centrum van de wolindustrie, dat veel handelaren van overal ter wereld aantrok. Sommigen van hen brachten onbekende producten en levensmiddelen mee, zoals rijst. Zo werd de rijsttaart of ‘dorêye' het gastronomische pronkstuk van de stad Verviers. Wie vandaag de traditie in ere wil houden, moet ze maken met koemelk uit het Land van Herve.

5. Pagnon uit de Borinage

De pagnon is een klassiek streekgerecht uit de Borinage. Eigenlijk is het gewoon een suikertaart, maar zeg dat nooit tegen een local! Vroeger gebruikten bakkers de restjes van het brooddeeg om er taart mee te bakken. De bovenkant bedekten ze met bruine suiker en enkele druppeltjes koffie. Even de oven in, en de pagnon was klaar om te doppen in een tas hete koffie.

6. Lackmans uit de regio Luik

Hoewel de Lackmans, of ‘Lacquemant', uitgevonden werd in Rijsel is het een typisch Luikse specialiteit. Het is een dunne, ovalen wafel die gevuld en overgoten wordt met kandijsiroop met oranjebloesem. In 1903 creëerde de Belg Désiré Smidts de Lackmans in een frietkraam in Rijsel, om in te spelen op de mode van de vanillewafels. Wat later startte hij zijn eigen zaak in Luik. De naam van deze lekkernij is een eerbetoon aan Berthe Lacquemant, zijn vroegere werkgeefster. Je vindt de wafels vooral op kermissen in de regio Luik