Suikertaks schiet zijn doel volledig voorbij

Een half jaar na de invoering van de suikertaks, blijkt de prijsverhoging geen invloed te hebben op het frisdrankverbruik van de Belg. "Het is een goede zaak voor de staatskas, maar doet weinig voor de gezondheidsdoelstelling", aldus Gezondheidseconoom Lieven Annemans.
door
Xavier
Leestijd 1 min.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) verklaarde vorig jaar de oorlog aan de ongezonde levensstijl van de Belgen en viseerde daarbij onder andere onze dagelijkse suikerinname. Om die naar beneden te krijgen, trad op 1 januari 2016 een suikertaks in werking. De prijs van een blikje limonade ging met 1 eurocent omhoog en een fles van een liter werd 3 eurocent duurder, maar de verhoopte daling in het verbruik van frisdrank bleef uit.

"We zien wel een verschuiving van de klassieke softdrinks naar alternatieven, zoals gearomatiseerde waters. Maar dat heeft meer te maken met een verandering in het gedrag van onze klanten", legt Roel Dekelver van Delhaize uit in De Morgen. Bovendien richt de Belgische consument zich meer op buitenlandse winkels. "Zo'n 7% van het volume dat door Belgen wordt gedronken, wordt niet in België gekocht", zegt David Marquenie van de Belgische vereniging van water- en frisdrankproducenten.

Volgens Annemans heeft een heffing pas effect als het 10% van de prijs bedraagt. "Vanuit economisch perspectief is de suikertaks een goede zaak voor de staatskas, maar er wordt niets aan de gezondheidsdoelstelling gedaan", besluit hij.

Foto Pixabay