Tony Delcampe viert 30 jaar mode bij La Cambre

Niet alleen de Antwerpse academie zette de afgelopen decennia de Belgische mode op de kaart. Ook de afgestudeerden van de Brusselse modeschool La Cambre vonden hun weg naar de meest prestigieuze modehuizen ter wereld. Na jarenlang naast elkaar te leven, reiken de twee scholen nu elkaar de hand. Om hun eindejaarsshow aan te kondigen, gebruiken ze dezelfde boodschap: ‘Stop Terrorising Our World'. Metro sprak met Tony Delcampe, directeur van de afdeling mode van La Cambre, die dit jaar haar dertigste verjaardag viert.
door
Mare
Leestijd 3 min.

Gelukkige verjaardag! Zijn jullie in feeststemming?

“We vieren die 30 jaar om te tonen hoe we na al die tijd geëvolueerd zijn. Maar we gaan dat heel eenvoudig doen. Het zal geen groot feest worden, integendeel. We hebben dit jaar radicaal voor een lege mise-en-scène gekozen. Het is immers elk jaar opnieuw een queeste naar sponsors en subsidies om een budget van 130.000 à 150.000 euro bij elkaar te schrapen. Helaas brengen de toegangstickets slechts 35.000 euro op. Daarmee is de rekening niet betaald.”

In hoeverre werken jullie samen met de modeafdeling van de Antwerpse academie?

“Samenwerken is een groot woord. Pierre Daras en Pierre Debusschere, die zich ontfermen over de affiche van de show, hadden het idee om het motto ‘Stop Terrorising our World' te gebruiken. Dat staat in repen stof geschreven op een T-shirt dat Walter Van Beirendonck had uitgebracht na de aanslagen in Parijs.”

Het idee om samen te werken komt dus van jullie?

“Inderdaad en we hebben na de Brusselse aanslagen aan Walter gevraagd om dat shirt te lenen voor de foto. Aanvankelijk leek deze aanvraag een beetje vreemd, maar nadien beseften we de kracht van een gezamenlijke boodschap. Het is hoog tijd om die zogezegde scheiding tussen Antwerpen en Brussel van de kaart te vegen.”

Wat is het verschil tussen La Cambre en de Antwerpse modeafdeling?

“De Antwerpse school bestaat al meer dan 50 jaar. Er wordt soms gesproken over concurrentie tussen de twee scholen. Die competitie is er in zekere zin wel omdat we mensen vormen die hetzelfde beroep zullen uitoefenen, maar daarnaast hebben we veel gemeenschappelijke kenmerken. We gaan heel erg grondig te werk en we zijn Belgisch. Eigenlijk lijken we op elkaar.” (lacht)

Wat maakt jullie school zo bijzonder?

“We leveren veelzijdige en competente studenten af die zeer geliefd zijn op de arbeidsmarkt. We leren ze werken. De Fransen die hier studeren, worden echte Belgen. Ze werken dag en nacht. Als je hier wil slagen moet je over een goede moraal beschikken. Zeker nu de défilés van 3 en 4 juni naderen, zullen de studenten weinig slapen.”

Trekken jullie veel internationale studenten aan?

“Antwerpen is internationaler. We hebben ook buitenlandse studenten, maar bij ons wordt er enkel les gegeven in het Frans. Als je Japanse studenten Frans moet aanleren, wordt het toch ingewikkelder. Al onze theoretische lessen zijn in het Frans, van semiologie tot filosofie.”

Merk je het effect van de aanslagen op de het werk van de studenten?

“Nee, want toen de aanslagen gebeurden, waren de collecties al getekend. De studenten beschikken over een teugelloze creativiteit. Ze moeten geen verkoopbare collectie tonen, dat is niet onze benadering. Het belangrijkste is dat ze een signatuur ontwikkelen en de opgedane kennis van de afgelopen studiejaren maximaal benutten.”

Eén van jullie oud-studenten, Anthony Vaccarello, is dit jaar artistiek directeur geworden bij Yves Saint-Laurent. Hoe hebben jullie dat nieuws onthaald?

“Voor ons is zoiets enorm belangrijk. Onze naam wordt op die manier wereldwijd bekend en zo horen we bij de allerbeste scholen. Daar waren we erg blij mee. Ik wist het al veel vroeger (lacht), want hij was één van mijn studenten. Ik ben erg trots op hem. Ik beschouw hem als een van mijn kinderen, net zoals Cédric Charlier, Lea Peckre en vele anderen. Alle dertien docenten zijn trots op die succesverhalen.”

Geeft dat ook een persoonlijke voldoening?

“We hebben allemaal bijgedragen tot hun ontwikkeling. We zijn natuurlijk slechter betaald (lacht), maar het geeft ons de nodige energie om dit werk verder te zetten.”

La Cambre zal dit jaar ook zelf zijn vleugels spreiden?

“Ja, we gaan met onze knowhow in Beirut een nieuwe modeafdeling opstarten. Die vraag kwam van de plaatselijke academie en ze vonden dat onze school het beste profiel had om dat op te zetten. We hebben intussen Emilie Duval gekozen als directrice, een van mijn oud-studenten. Ze was artistiek directeur bij Margiela en momenteel werkt ze al twee jaar bij Dior als senior fashion designer. Dat wordt een mooi project.”

Beirut is toch niet evident?

“Veel mensen denken dat het er gevaarlijk is, maar de situatie in Europa is intussen veranderd. Ze waren de eersten die zich zorgen maakten over ons na de aanslagen in Brussel. Ik voel me in Beirut soms veiliger dan hier. Daar feesten de mensen elke dag, het is hallucinant. Ze zijn optimistisch en hebben geen schrik. Ik voel me er dus zeker niet onveilig. Ze maken al jaren die oorlogssituaties mee.”

In hoeverre willen jullie Brussel steunen met deze show ?

“We hebben er nooit aan gedacht om weg te gaan uit Brussel. Met deze affiche hebben we ons wel even afgevraagd of we het niet te ‘obvious' speelden. Misschien moeten we de veiligheidsmaatregelen van ons défilé opschroeven?” (lacht)

Foto Tony Delcampe: E. Laurent

Affiche door fotograaf P. Debusschere en art director P. Daras

Kleding: Julian Clausner