"Engagementen lokale besturen moeten gehonoreerd worden"
Ook indien het spreidingsplan voor asielzoekers niet wordt geactiveerd, moeten de inspanningen van lokale besturen om voldoende plaatsen te creëren, worden gehonoreerd. "Dat is een kwestie van respect", vindt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA), die benadrukt dat hij de asielcrisis nooit had kunnen managen zonder de gemeente- en OCMW-besturen. De staatssecretaris staat in interviews in Het Laatste Nieuws en De Ochtend (Radio 1) stil bij de daling van de instroom en de gevolgen daarvan voor het opvangnetwerk. "We gaan van hoogte- naar laagterecords", zegt Francken. Hij zal zijn collega's binnen de regering een afbouwplan voorleggen. De instroom in het opvangnetwerk ligt immers lager dan de uitstroom, waardoor zowat 5.000 van de 34.000 opvangplaatsen momenteel leegstaan.
Toch predikt Francken voorzichtigheid. De zomer staat nog voor de deur en die kan een nieuwe stijging met zich meebrengen. Hij erfde van zijn voorganger Maggie De Block (Open Vld) al een "tot dan ongeziene" buffer van enkele duizenden plaatsen, maar tijdens de vluchtelingencrisis bleek die onvoldoende. Daarom wil Francken een buffer van 6.000 tot 8.000 plaatsen voorzien, om tijdens een grote instroom een periode van twee maanden te kunnen overbruggen.
De staatssecretaris gaf vorige maand al aan dat de regering de activering van het spreidingsplan voor asielzoekers nog moet bestuderen, in het licht van de gedaalde instroom. Voor Francken zou die activering ook niet echt logisch zijn wanneer er voldoende vrije plaatsen zijn. Tijdens overleg met de verenigingen van steden en gemeenten heeft hij naar eigen zeggen geen vraag gehoord om dat plan te activeren.
Ondertussen zijn er wel OCMW's die ingingen op de oproep van de regering om lokaal opvangplaatsen te creëren, bijvoorbeeld door een huis aan te kopen, en daarvoor op inkomsten van Fedasil rekenen. Die engagementen moeten nagekomen worden, vindt Francken. Het is de regering die daarvoor het licht op groen moet zetten, "maar ik kan me niet inbeelden dat we dat niet gaan doen".
bron: Belga