Russell Crowe over 'The Nice Guys': "Er was voor deze rol niets voor te bereiden"

Hij speelt niet vaak in comedy's en, na het zien van ‘The Nice Guys', vraag je je echt wel af waarom. Russel Crowe, nu 52, heeft in de filmwereld zowat alles gedaan: acteur, regisseur en gladiator. Met zijn staat van dienst en met een Oscar op zak kon hij zich wel een verzetje veroorloven. We ontmoeten hem op de Croisette, waar hij met kompaan Ryan Gosling de film komt voorstellen. Een met grappen doorspekt gesprek over Rachmaninov en uitdagingen.
door
Liesbeth
Leestijd 4 min.

‘The Nice Guys' is misschien wel je geestigste film. Waarom heb je niet in meer comedy's gedraaid?

Russell Crowe: "Wel, ik heb eigenlijk in het comedygenre mijn debuut gemaakt. In mijn latere loopbaan deed ik er om de vijf à zes jaar wel een, net zoals ik met andere genres doe. Ik wil me niet tot één ding beperken. Het vertrekt altijd van een goed scenario. Toen ik dit script las, wist ik wel dat het om een comedy ging, maar wat vooral mijn aandacht trok was het ijzersterke verhaal, met personages waar veel uit te halen viel. Ik kon me een reële wereld voorstellen, waarin alles realistisch was en dan het een of het ander grappig zou zijn omwille van deze absurdistische dimensie."

In ‘The Nice Guys' vertolk je iemand die voor een incassobureau werkt en samen met het personage van Ryan Gosling op onderzoek uitgaat. Hoe heb je die rol voorbereid?

"Ik zou je kunnen zeggen dat ik alle films uit de jaren 70 heb bekeken om die rol voor te bereiden, maar dat is niet waar! Laten we realistisch zijn: er was voor deze rol niets op voorhand voor te bereiden. ‘The Nice Guys' is zo'n film waar het meeste werk gebeurt tussen de ‘action' en de ‘cut'. Dus je kan vooraf van alles voorbereiden als je zin hebt, maar als je op de set niet soepel, aanwezig en reactief bent, dan is de film mislukt. In mijn jonge jaren was ik vaak aangetrokken tot duistere zaken. Ik wou bepaalde aspecten van het menszijn onderzoeken. Ik benader de rollen nu niet meer op dezelfde manier. Ik ben niet meer op zoek naar een uitdaging, want ik weet dat ik ze al ben aangegaan – zowel op psychologisch als op fysiek vlak. Let wel, daarmee zeg ik niet dat ik nu minder ambitieus ben. Ik ben het nog steeds, en fanatiek! Maar in de loop der jaren is dat aspect gemakkelijker geworden. Het is als voor een musicus die een stuk van Rachmaninov studeert: de eerste keer is het erg ingewikkeld, maar naarmate je oefent wordt het steeds minder lastig. En dat geldt voor alles: wanneer je iets lange tijd doet, dan word je er in theorie steeds beter in. Toch?"

In theorie, inderdaad! Wat is er dan gebeurd? Ben je ingewerkt?

"Vandaag kan ik nog twee seconden voordat de regisseur ‘action' roept moppen tappen. Ik heb geen opwarming meer nodig. Vroeger probeerde ik in een soort cocon te blijven, maar vandaag weet ik dat de cocon hier zit (wijst naar zijn hoofd). Ik hoef alleen op ‘start' te drukken!" (lacht)

Heb je het gevoel dat je een wending maakt in je carrière?

"Luister, een acteur moet in staat zijn te begrijpen dat de rollen die hem worden aangeboden in de loop der tijd veranderen. Als ik op mijn 52ste nog probeerde de jonge held uit te hangen, dan was ik een idioot! Dat is ook het mooie van dit beroep: wat je kan geven, vertolken, dat verandert gaandeweg. Mocht er in de toekomst bijvoorbeeld een remake van ‘On Golden Pond' worden gemaakt, dan zou ik heel graag de rol van Henry Fonda willen hernemen."

Hoe was je toen je zelf een ‘jeune premier' was?

(Verlegen) "Het heeft de nodige tijd geduurd voor ik m'n zenuwen de baas was. Mijn goede vriendin Jodie Foster zei ooit: ‘Wanneer je gestrest bent, word je pas ernstig.' Ik had er nooit zo naar gekeken, maar ze heeft verdorie gelijk! Dat is wellicht waarom ik zo'n imago heb van een – nou, ja – ernstige kerel. (lacht) Het heeft ermee te maken dat, hoe meer je groeit, hoe meer je ook leert over jezelf en over de wereld."

De film speelt zich af in Los Angeles en dat is niet toevallig. De stad speelt een cruciale rol. Hoe verhoud jij je tot die stad, die symbool staat voor de showbusiness?

"Toen ik er voor het eerst aankwam, vond ik het doodeng. Ik was jong en had sinds mijn kindertijd alle mogelijke verhalen gehoord over deze fascinerende en mythische plek… Toen ik er aankwam, in de jaren 90, was het voor Hollywood nogal een duistere periode. Er waren veel spanningen door de zaak Rodney King (Naar de naam van een Afro-Amerikaan die in 1991 door de politie doodgeslagen was. Toen zijn belagers vrijgesproken waren van moord, braken in Los Angeles ongezien hevige rellen los, red.). Ik heb toen van de weeromstuit gezegd dat ik er nooit wilde wonen, en die reactie blijft me nog steeds achtervolgen! (lacht) Maar met de jaren heb ik kunnen zien – en hier komen we weer op hetzelfde onderwerp – dat die stad, achter de vuile en duistere aspecten, ook allerlei dromers, bohemiens en vertellers herbergt. Die komen elkaar dan eens tegen, en daar komen dan films uit. Soms vinden verschillende gemeenschappen elkaar in een andere vorm van creatie, van communicatie… Alles bij elkaar is Los Angeles dus een spectaculaire plaats vol fascinerende mensen. Het is de uitgelezen plek om een verhaal te vertellen over twee zulke onstuimige personages! Ik denk dat de film niet zou functioneren als hij in een andere stad plaatsvond."

Elli Mastorou

Foto's EuropaCorp Distribution