N-VA heeft vragen bij boetes in functie van vermogen in hervorming strafrecht

door
Belga
Leestijd 2 min.

N-VA heeft problemen met boetes opleggen in functie van iemands vermogen. Kamerlid Sophie De Wit vraagt zich af of die mogelijkheid strookt met het gelijkheidsbeginsel en vreest "klassejustitie in alle richtingen". Dat bleek vanmiddag in de Kamer, tijdens een gedachtewisseling over de hervorming van het strafrecht. Specialisten buigen zich momenteel, op vraag van Justitieminister Koen Geens (CD&V), over de hervorming van het strafwetboek. Dat dateert al uit de negentiende eeuw, maar werd intussen aangevuld met tal van nieuwe regels. Bedoeling is tot een eenvoudiger en beter leesbaar wetboek te komen. Experten Damien Vandermeersch en Joëlle Rozie zakten vandaag opnieuw naar de Kamer af voor meer tekst en uitleg aan de leden van de commissie Justitie.

Een van de voorstellen houdt in dat voortaan een rechter bij het opleggen van een boete, rekening kan houden met de financiële draagkracht van een beklaagde. Stefaan Van Hecke (Groen) had geen problemen met dat principe, maar waarschuwde dat dit niet tot te veel extra werk voor de rechtbanken mag leiden. Zijn N-VA-collega De Wit was veel minder enthousiast. "Ik heb het daar moeilijk mee", luidde het. Ze haalde ook aan dat beklaagden dat zouden kunnen omzeilen door zich als weinig vermogend voor te doen.

Een andere mogelijkheid is dat een rechter een geldstraf kan opleggen op basis van de verwachte voordelen die iemand zou halen of hoopte te behalen. Dat kan zelfs gaan tot het drievoudige van het vermogensvoordeel. Carina Van Cauter (Open Vld) stelde de vraag of dat proportioneel is en merkte op dat "verhoopte te behalen" wel erg uitgebreid is qua beoordelingsmarge. Wat met iemand die zonder de juiste vergunning zijn huis onderverdeelt in vier appartementen om die te verhuren? Wat is daar het verhoopte voordeel?, haalde ze als voorbeeld aan.

Damien Vandermeersch reageerde dat het om een facultatieve mogelijkheid gaat voor de rechter, die zelfs met uitstel zou kunnen gelden. Hij merkte ook op dat een gelijke straf voor iedereen, niet op dezelfde manier doorweegt in ieders portefeuille. Bovendien "hebben we nooit gezegd dat de financiële capaciteit gelijk staat aan het officiële inkomen", aldus Vandermeersch. "Een rechter beoordeelt op basis van de voorgelegde elementen".

bron: Belga