Is het de eerste keer dat je deelneemt aan De Invasie?

“Nee, ik was er al bij tijdens de allereerste editie van dit platform, zes jaar geleden in Brugge. Toen was ik nog maar net bezig met mijn eerste collectie. Ik kon niet in Limburg blijven hangen en wilde laten zien waar ik mee bezig was. Het was zeker een springplank.”

Beschouw je jezelf nu nog steeds als opkomend talent?

“Er valt voor ons nog altijd veel te onderzoeken. We staan nog altijd niet naast de grote namen. Natuurlijk hangt dat af van stad tot stad. In Wallonië zijn we bijvoorbeeld nog onbekend. In Antwerpen hebben we wel al naam gemaakt. Maar er is sowieso nog altijd een groot publiek dat ons niet kent.”

Welke andere deelnemers zou je zelf graag leren kennen?

“Vooral de illustraties van Dieter De Schutter en Charlotte Dumortier zou ik graag van dichtbij willen zien. Ook de interieurobjecten van Atelier Belge en Karen Van Der Perre interesseren me.”

Hoe ga je jezelf in de kijker zetten tijdens de Invasie?

“We gaan onze winkel die we in Hasselt hebben in het klein nabouwen. We willen de volledige beleving naar Antwerpen brengen. Daarnaast gaan we tijdens het weekend van de Invasie duizend petten uitdelen van Titi + The German Kid. Mensen die zichzelf met die pet fotograferen, kunnen een mooie prijs winnen.”

"Ik probeer af en toe verloren te lopen"

Waar haal je je inspiratie?

“Dat kan een obsessie, een boek of een film zijn. Hier in de buurt is bijvoorbeeld een klooster met paters aan de ene kant en nonnen aan de andere kant van de straat. Je kunt de klok gelijk zetten op hun dagelijkse gewoontes. Omdat ik achter mijn naaimachine aan het raam zit, zag ik ze elke dag heen en weer lopen. Ik ben me gaan verdiepen in hun achtergrond. Uiteindelijk is dat de zomercollectie geworden van 2014, getiteld O my God. Ik mocht zelfs een show organiseren in hun klooster. Maar het grootste deel van mijn inspiratie komt nog altijd uit Berlijn: de underground scene, de vernieuwing, de kansen die de jeugd krijgt. Dat is iets dat in alle collecties doorloopt.”

Vandaar de naam The German Kid?

“Dat is inderdaad de link met Berlijn. Ik probeer er af en toe verloren te lopen. Er verandert zoveel en jongeren krijgen er veel kansen. Als je hier in Hasselt een sticker op een muur plakt, krijg je al een boete. In Berlijn mag je een hele muur afbreken. Alles voor de kunst, dat fascineert me wel. Met Kid wil ik verwijzen naar de jonge vibe van het merk.”

Wat zijn je favoriete plekken in Berlijn?

“Ik ga in Berlijn altijd naar het Bauhaus-Archiv. Dat is echt wel de moeite. Daarnaast bezoek ik geregeld de site Urban Spree, een verlaten industriepark volledig beklad met graffiti. Dat schrikt eerst misschien een beetje af, maar er zijn altijd optredens, je kan er muurklimmen, er is een skatepark, een permanente rommelmarkt en een foodtruckfestival.”

Maar voor de huidige collectie Club Titi heb je je laten inspireren door de Côte d'Azur?

“Vorig jaar besefte ik dat ik al even geen zomervakantie meer had gehad. Zo ben ik objecten beginnen verzamelen op de zaterdagse rommelmarkt in Hasselt. Ik vond er een bak met retro postkaarten van Saint-Tropez uit de jaren 70. Ik heb ze allemaal gekocht en het werd meteen het moodboard van de collectie. Op die manier straalt het geheel heimwee uit naar vroeger, de samenhorigheid met de familie, het samen sporten en naar het strand gaan. Dat wat ik nu mis en vroeger deed met mijn ouders, heb ik verwerkt in mijn nieuwe collectie. Er zijn trouwens veel items die ik als vijfjarige al wilde hebben, maar nu dus uitgevoerd in volwassen maten.”

Zoals de afbeeldingen van dolfijntjes?

“Inderdaad. Ik wilde vroeger een roze dolfijnentrui en dat is nu op mijn dertigste eindelijk gelukt (lacht).”

Verwijzen die postkaarten uit de jaren 70 ook naar de trend vandaag?

“Inderdaad, wijde jeansbroeken, gilets, denim en daim, dat komt fel terug. Maar wij hebben dat jaren 70 gevoel vertaald op een sportieve manier, met korte shortjes en sokken opgetrokken tot aan de knieën en veel roze.”

Ben je van plan om met je label nog andere dingen te lanceren dan kleding?

“Eigenlijk wel. Ik ben nu al paden aan het verkennen. We zijn aan het evolueren naar een creatief bureau. Ik denk dat het altijd een uitdaging blijft om niet in hokjes te denken.”

Je bent online enorm actief met je label. Hoe sta je daar tegenover?

“Internet heeft voor– en nadelen. Het is tegenwoordig heel moeilijk het verschil te zien tussen mensen met een hobbyproject en professionelen. Dat is soms wel jammer. Ik denk dat veel jonge, creatieve mensen die een label willen opstarten niet serieus worden genomen omdat de markt zo verzadigd is. Nu denkt iedereen dat je met het lanceren van een T-shirt hele collecties kunt maken.”

Wat hoop je met de Invasie te bereiken?

“Ik denk dat het goed is om Titi + The German Kid nog eens in levende lijve ergens te zien. We zijn meer dan een online gebeuren. We zijn tastbaar en we kunnen dat ook in real life tonen. Uiteindelijk is iedereen vrij om zich te kleden naar zijn karakter. Als je kiest voor een roze trui met een dolfijn is dat oké, maar een zwarte sweater moet ook kunnen. Ik denk dat we al veel te veel braaf moeten zijn, en ik denk dat mode dan een perfecte uitlaatklep kan zijn.”

Wie is Kristien Follon?

Kristien Follon (30) liep na haar studies mode-illustratie en modeontwerp stage in diverse ateliers in Antwerpen en maakte op die manier kledingstukken voor Dries Van Noten, Walter Van Beirendonck en Haider Ackermann, de top van de Antwerpse ontwerpers. In 2007 trok ze naar Hasselt waar ze haar eigen label Titi + The German Kid oprichtte.