Plenaire Kamer verwerpt opheffing parlementaire onschendbaarheid Alain Mathot
De plenaire Kamer heeft donderdag het verzoek verworpen om de parlementaire onschendbaarheid van PS-Kamerlid Alain Mathot op te heffen. Dat gebeurde met 81 stemmen van N-VA, Open Vld, PS en sp.a, tegen 49 stemmen van CD&V, MR, Ecolo-Groen en PVDA. Vlaams Belang en cdH onthielden zich. Het parket-generaal van Luik had de Kamer de opheffing gevraagd van de parlementaire onschendbaarheid van Mathot. Tegen de burgemeester van Seraing waren fraudeverdenkingen gerezen in verband met de openbare aanbesteding van een verbrandingsoven in Herstal. De commissie Vervolgingen van de Kamer had eerder al met vijf stemmen tegen twee voorgesteld niet in te gaan op dat verzoek. De plenaire Kamer volgde donderdagavond dat advies.
Commissievoorzitter Hendrik Vuye (N-VA) stelde dat de commissie heeft vastgesteld dat het strafdossier tegen Mathot werd geopend op basis van een anonieme brief en werd opgebouwd rond de verklaringen van één persoon, waarvan de geloofwaardigheid onvoldoende onderzocht werd. Ook werd hoofdzakelijk een onderzoek à charge en niet à décharge gevoerd.
De commissie stelt ook dat het chronologisch verloop van het gerechtelijk onderzoek, naast de lange duur, vragen oproept. Daarbij valt op dat belangrijk onderzoeksverrichtingen samenvielen met politiek belangrijke momenten. Het verslag citeert een huiszoeking in Mathots woning tijdens een periode van parlementsontbinding en bijgevolg van de vastlegging van de kieslijsten voor de federale verkiezingen in 2010, de inverdenkingstelling van Mathot op het moment van de regeringsvorming in 2011 en het opstellen van de vordering lastens Mathot op het moment van het opstellen van de kieslijsten voor de federale verkiezingen van 2014.
Deze belangrijke onderzoeksfases gingen bovendien niet zelden gepaard met perslekken. Mathot heeft daarvoor meermaals klacht met burgerlijke partijstelling ingediend wegens schending van het geheim van het onderzoek en het beroepsgeheim. Aan die klachten werd nog geen gevolg gegeven.
Volgens het advies van de commissie was het dossier onvoldragen om het door een rechter ten gronde te laten beoordelen. Vuye benadrukte evenwel dat een niet-opheffing van de parlementaire onschendbaarheid niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat de verdere rechtsgang wordt belemmerd. Het parket kan zijn onderzoek verderzetten en nadien een nieuw verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid bij de Kamer indienen.
bron: Belga