Obama en Erdogan ontmoeten elkaar in marge van nucleaire top in Washington

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Amerikaanse president Barack Obama heeft in de marge van de Nuclear Security Summit in Washington zijn Turkse ambtgenoot Recep Tayyip Erdogan ontmoet. Voor de top had het Witte Huis gemeld dat er geen ontmoeting was voorzien tussen Obama en Erdogan. Volgens waarnemers wilde Washington daarmee zijn ongenoegen laten blijken over mensenrechten, zoals de persvrijheid, die onder druk staan en de Turkse rol in de Syrische burgeroorlog. Volgens een communiqué van het Witte Huis hadden Obama en Erdogan het over "de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Turkije wat betreft regionale veiligheid, contratrerrorisme en migratie". Eerder zag Erdogan ook al de Amerikaanse vicepresident Joe Biden. Zowel Turkije als de Verenigde Staten zijn Navo-lidstaten en strijden samen tegen IS in Syrië en Irak, maar Erdogan ligt de laatste tijd zowel in eigen land als internationaal onder vuur. Ook de Amerikanen uitten zware kritiek op het Turkse regime, onder meer voor aanvallen op Koerdische milities. Sommige van die milities worden door Washington beschouwd als efficiënter in de strijd op de grond tegen IS. Volgens Ankara zijn die milities gelieerd aan de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK. Ook de aanwezigheid van het Turkse leger in het noorden van Irak leidde tot spanningen met Washington.

Het Witte Huis sprak zich de laatste maanden ook alsmaar directer uit over de toestand van de meningsvrijheid en de democratie in Turkije. Gisteren herhaalde het Witte Huis de nood aan een vrije pers in Turkije, nadat het donderdag voor het Brookings Institute in Washington, waar Erdogan zou spreken, tot fysiek geweld kwam tussen Turkse veiligheidsagenten, en journalisten en anti-Erdoganbetogers. De Amerikaanse National Press Club heeft Erdogan ervan beschuldigd om de onderdrukking uit Turkije te exporteren naar de VS. "De Turkse president en zijn entourage zijn gasten in de Verenigde Staten", aldus Thomas Burr, voorzitter van de Club. "Ze hebben niet het recht om slagen uit te delen aan journalisten of betogers."

De Turkse president van zijn kant verdedigde het optreden van zijn regering tegen de Turkse media. Hij haalde het voorbeeld aan van 52 "zogenaamde journalisten die opgesloten zitten, die al veroordeeld werden voor terroristische handelingen en betrokkenheid bij terreurorganisaties". "In de Turkse gevangenissen zitten geen journalisten die veroordeeld zijn omdat ze hun beroep uitoefenden" of wiens vrijheid van meningsuiting geschonden wordt, aldus nog de president.

Bron: Belga