Vlaamse innovatiebudgetten moeten omhoog, zegt de SERV

door
Belga
Leestijd 2 min.

Aan het huidige tempo haalt de Vlaamse regering de doelstelling niet om de overheid tegen 2020 1 procent van het Vlaamse bruto binnenlands product (bbp) in onderzoek en ontwikkeling (O&O) te laten investeren. Dat blijkt uit berekeningen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), het studie- en adviesorgaan van de Vlaamse sociale partners. Om de doelstelling toch te halen, zou 389 miljoen euro extra nodig zijn. In de zogenaamde "2020-strategie" spraken de Europese lidstaten af om ten minste 3 procent van het bbp aan O&O uit te geven. De overheden zouden 1 procent voor hun rekening nemen, terwijl het bedrijfsleven instaat voor de andere 2 procent. Vlaanderen nam dat engagement over.

Maar de Vlaamse overheidsmiddelen voor O&O lijken te dalen. Vorig jaar voorzag de Vlaamse overheid, volgens de SERV, 1,3 miljard euro aan middelen voor O&O, goed voor 0,55 procent van het Vlaamse bbp. Inclusief het Vlaams aandeel in federale O&O-kredieten en in EU-onderzoeksprogramma's zou het gaan om 1,77 miljard euro of 0,74 procent van het Vlaamse bbp. Dat is een daling tegenover 2014 en komt ongeveer overeen met het budget van 2013, zegt de SERV.

De Vlaamse regering kondigde een groeipad aan, dat tegen 2019 moet leiden tot 500 miljoen euro extra middelen in vergelijking met het begin van de legislatuur. Zelfs als deze middelen volledig aan O&O gespendeerd worden, dan nog zal het beoogde doel van 1 procent publiek gefinancierde O&O-bestedingen in 2020 niet behaald worden, zo berekende de SERV. Daarvoor zou nog eens 389 miljoen euro extra nodig zijn.

De sociale partners adviseren de regering dit bedrag over de komende vier jaar te spreiden, "gezien de omvang ervan". "De Vlaamse sociale partners beklemtonen het belang om het streefdoel van 1% publieke O&O-financiering in Vlaanderen te behalen. Dat is broodnodig willen we innovatief en competitief blijven meetellen in Europees verband", zegt SERV-voorzitter Karel Van Eetvelt.

bron: Belga