Leertijd wordt onvoldoende gepromoot door onderwijs

door
Belga
Leestijd 2 min.

Slechts 1 op de 10 jongeren die de leertijd volgen, zijn via een Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) doorverwezen. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Werk Philippe Muyters op een vraag van N-VA-parlementslid Axel Ronse. Ronse vindt dat de leertijd onvoldoende vanuit het onderwijs wordt gepromoot. De leertijd, ook wel het 'leercontract' genoemd, is een opleidingssysteem waarin werken en leren worden gecombineerd. Het systeem is gericht op jongeren tussen 15 en 25 jaar die een praktische vakopleiding willen volgen. Concreet betekent het dat de jongere vier dagen per week meedraait op de werkvloer. Hij krijgt daar een maandelijkse vergoeding voor. Eén dag per week volgt de jongere een theoretische opleiding. Het systeem heeft een aantal duidelijke voordelen. Zo krijgt men nadien een diploma en verhoogt men zijn kansen op een job.

Ronse: "De leertijd biedt enorme kansen op werk, maar helaas daalt het aantal leerjongeren jaarlijks doordat deze waardevolle vorm van duaal leren nauwelijks gepromoot wordt vanuit onderwijs". De N-VA'er verwijst naar het feit dat amper 1 op de 10 jongeren in leertijd door het CLB is doorverwezen. Het zijn vooral ondernemers zelf die jongeren doorverwijzen (bijna 22 procent).

Ook N-VA-onderwijsspecialist Koen Daniëls is verbaasd over de "zwakke rol van het CLB en onderwijs" in de doorverwijzing van jongeren naar de leertijd. Volgens hem is de leertijd een goede manier om de ongekwalificeerde uitstroom terug te dringen en om de jobkansen van bepaalde jongeren te verhogen. "Het is dan verwonderlijk - en dan druk ik mij nog zacht uit - dat slechts 10 procent van de jongeren door het CLB in het licht van oriëntatie in de leertijd terechtkwam. De doorverwijzing is de laatste jaren nog gedaald."

bron: Belga