“Voorzichtig zijn met posts op sociale media”

Tijdens het grote VTK-debat in Leuven hadden de panelleden diverse nuttige tips meegebracht voor studenten die zich weldra op de arbeidsmarkt gaan aanbieden. Moderator Dominiek Claes wou bijvoorbeeld weten welke kwaliteiten belangrijk worden geacht om de sollicitanten te beoordelen.
door
Kevin
Leestijd 5 min.

“Het juiste diploma is een basisvereiste, maar daarnaast kijken we toch vooral naar de sociale vaardigheden,” zegt Stijn Kusters, die voor Umicore een productiefaciliteit aanstuurt. “Het belang daarvan wordt bij ingenieurs vaak onderschat.” Een mening waar de anderen zich bij aansluiten. Is er in de opleiding dan wel voldoende aandacht voor deze zogenaamde soft skills, wou de debatleider weten. “Zeker,” bevestigt Sofie Pollin van de KU Leuven. “We trainen die vaardigheden door bijvoorbeeld groepswerk en andere teamopdrachten te laten uitvoeren. Daarbij moet ook vaak worden samengewerkt met buitenlandse studenten, wat een bijkomende dimensie geeft.”

Kan je die sociale vaardigheden ook etaleren via de sociale media?  “Wij kijken helemaal niet naar Facebook of andere kanalen om de sollicitanten te screenen,” bekent Stijn Kusters van Umicore. Er zijn echter ook bedrijven waar je naam toch eens door de zoekmachine wordt gehaald om meer informatie te bekomen. Stephen Furniere van de Spoorwegen raadt studenten dan ook aan om voorzichtig te zijn met wat ze op sociale media posten. “Je mag best persoonlijke informatie delen, maar ik zou er toch niet te zot mee doen. Hier maak je een eerste indruk op je toekomstige werkgever. Maar ook omgekeerd: via de social media kan jij je al informeren. Op de Facebookpagina van ‘de spoorwegen werven aan' vind je bijvoorbeeld heel wat nuttige info om je voor te bereiden op je sollicitatie.”

En dan volgt de grote stap in het onbekende.  Dien je op de eerste werkdag onmiddellijk op eigen benen te staan? “Neen, maar bij ons maak je wel direct deel uit van het team,” zegt Janus De Bondt van Elia. “Opleidingen gebeuren ‘en passant' terwijl je je kan inwerken.  Een echte ‘on the job training', zeg maar.” Dat is bij Jan De Nul een beetje anders: “Het takenpakket is zo specifiek dat je eerst een zestal weken nodig hebt om het bedrijf goed te leren kennen,” vertelt Tobias Leysen. “Daarna heb je meteen een ticket beet om naar het buitenland te vertrekken. Je krijgt er een ‘peter' toegewezen, die je de kneepjes van het vak bijbrengt. Het is de bedoeling dat je na verloop van tijd de taken van die peter zult overnemen en autonoom de teugels van het project in handen neemt.” Bij Capgemini wordt de inloopfase ‘onboarding' genoemd. “Je leert er het bedrijf kennen en neemt deel aan specifieke trainingen in jouw werkdomein,” weet Jan Vermeulen. “Dat kan ook in het buitenland zijn. Daarna volgt een programma van 6 maanden ‘on the job learning', waarbij een Young Professional People Manager je vorderingen opvolgt en afhankelijk van je eigen behoeften, je verder wegwijs maakt. De intensiteit van de begeleiding varieert dus bij iedere nieuwkomer.”

Gaat een startende werknemer niet snel hunkeren naar de vrijheid die hij in zijn studententijd had? “In een professionele omgeving zijn er uiteraard andere verwachtingen,” weet Janus De Bondt van Elia. “Het ritme is heel anders. Toch krijg je bij ons de nodige flexibiliteit, bijvoorbeeld door enkele dagen per week van thuis te werken. Daar zijn jongeren wel gevoelig voor. Ik werk 9 tot 10 uren per dag, maar heb tussendoor wel soms de tijd om even binnen te springen bij de kapper of in de winkel.” Niet alleen jongeren vinden dat belangrijk, weet Johan Van Tilburg van Engie. “Bij ons is het perfect mogelijk om de kinderen naar school te brengen en pas na de files naar het werk te vertrekken,” zegt hij. ”Zolang het werk maar gedaan is. In gezinnen waar de beide ouders gaan werken, is die flexibiliteit zeker een troef als werkgever.” Jan Vermeulen (Capgemini) sluit zich aan: “Wij kunnen ook de werkagenda afstemmen op de privésituatie. De geboden flexibiliteit laat toe dat we 's avonds geen zorgen meer hebben en volop van het familieleven en hobby's kunnen genieten. Dat is me ook veel waard.” Tobias Leysen van Jan De Nul beseft dat ook. “Ik ben nu pas in een privésituatie gekomen waarin de familiale omstandigheden belangrijker zijn geworden. Vandaar dat ik na zeven jaar buitenland een nieuwe functie heb opgenomen in België. Dat kan bij Jan De Nul, de opties zijn talrijk. Er zijn jobs waarbij je op een verre bestemming twee maanden lang twaalf uur per dag en zes dagen op zeven in weer bent, en andere vlakbij de deur.

“Waar veel mensen niet bij stilstaan, is hoeveel tijd er vrij komt door niet in de file te staan,” zegt Stephen Furniere. “Wij reizen uiteraard gratis met de trein. Als ingenieur bij de Spoorwegen krijg je trouwens al snel veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Tijdens tweewekelijkse vergaderingen geef ik aan wat de planning van mijn project is. Er wordt dan rekening gehouden met mijn voorkeur van tijdsindeling. Op dat vlak zijn de Spoorwegen, veel meer dan wat velen denken, een echt familiebedrijf. Door de komst van heel wat nieuwe collega's is er ook een duidelijke transformatie van de cultuur bezig, waarin elke werknemer ruimte krijgt voor persoonlijke ontplooiing. Het oubollige vooroordeel dat nog bestaat , is onterecht.”

Over die bedrijfscultuur willen de andere panelleden ook best een boekje opendoen. “Voor mij is de open cultuur, waar mensen op elkaar kunnen rekenen, één van de voornaamste redenen dat ik voor Engie werk,” zegt Johan Van Tilburg. “De meeste taken worden in team uitgevoerd, met veel onderlinge interactie. Dat vind ik leuk.” Voor Stijn past de bedrijfscultuur van Umicore bij zijn eigen normen en waarden: “Samenwerking, respect voor elkaar, … dat vindt iedereen hier belangrijk en moet in ere gehouden worden. Je merkt ook dat de sfeer hier goed zit omdat we elkaar met de voornaam aanspreken.  Ik zou zelf moeilijk kunnen aarden in een pure hiërarchie waar je de baas met mijnheer moet aanspreken.” Aan de KU Leuven is de hiërarchie misschien nog het verst te zoeken. “We werken tussen de studenten, dus is de sfeer ook best studentikoos,” weet Sofie Pollin. “Work hard, play hard. Onze cultuur valt te omschrijven als creatief, dynamisch en motiverend.” Bij Elia zijn het de teamactiviteiten die Janus De Bondt aanspreken. “Een barbecue, een shortski met de collega's… dat gebeurt hier allemaal. Ik mocht zelfs al mee met het team op weekend nog voor ik officieel was gestart. Dat heb ik echt gewaardeerd.” En ook Tobias Leysen van Jan De Nul vindt de teamevents leuk, zoals pas nog een onderlinge competitie met ludieke uitdagingen. Bij Capgemini zijn zulke events en feestjes schering en inslag: “We koppelen het nuttige aan het aangename, bijvoorbeeld door op sessies voor kennisdeling, pizza's te laten aanrukken,” vertelt Jan Vermeulen. “Zo'n dingen gebeuren hier wekelijks. Dat zorgt voor een grote onderlinge verbondenheid, ook als er niks nuttigs aan het aangename is gekoppeld, zoals op onze Capgemini Cafés (lacht).”