"Laag getalgevoel risico voor dyscalculie"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Kinderen die bij het begin van de lagere school een laag getalgevoel bezitten en dus de betekenis van getallen minder goed herkennen, lopen risico op dyscalculie. Dat blijkt uit een studie aan de onderzoeksgroep Gezins- en Orthopedagogiek van de KU Leuven. Volgens de onderzoekers is dit verband gelijklopend met de relatie tussen het inzicht van een kind in de klankstructuur van een taal en zijn latere leesvaardigheden (cfr. dyslexie). Om het getalgevoel van kinderen te testen, moesten deze van twee cijfers aangeven welke numeriek de grootste was. Vooral de snelheid waarmee de kinderen antwoordden, werd als relevant bestempeld. Bedoeling was er achter te komen of kinderen weten welke aantallen schuilgaan achter een bepaald cijfer en hoe deze cijfers zich tot elkaar verhouden.

Dat het inzicht van een kind in de klankstructuur van taal een indicatie is voor zijn leesvaardigheden op latere leeftijd is algemeen bekend en erkend. Volgens de Leuvense hoogleraar Bert De Smedt speelt het getalgevoel een even cruciale rol als het taalgevoel en verhoudt het zich op dezelfde manier tot dyscalculie als taalgevoel tot dyslexie. Opmerkelijk is dat zowel taal- als getalgevoel niet nauw samenhangen met intelligentie.

De Leuvens onderzoekers ontwikkelden op basis van hun resultaten de Collectieve Test Getalgevoel om sterke en zwakke rekenaars van elkaar te kunnen onderscheiden. Ook hierbij moeten de betrokken kinderen van twee getallen zo snel mogelijk het grootste doorstrepen. Kinderen uit het 2e leerjaar slagen er in om op een halve minuut gemiddeld 25 cijfers te doorstrepen. Een kind dat er maar 16 oplost zit in de risicozone. Een zwakke score geeft aan dat verder diagnostisch onderzoek nodig is. Hoe sneller een leerstoornis vastgesteld wordt en met de behandeling gestart kan worden, hoe gunstiger de effecten.

bron: Belga