Vlaamse patiënten blijven na spoedopname veel langer in het ziekenhuis Vlaamse patiënten blijven na spoedopname veel langer in het ziekenhuis

door
Belga
Leestijd 2 min.

Patiënten die het ziekenhuis binnenkomen via de spoedgevallendienst blijven daarna in Vlaanderen veel frequenter in het ziekenhuis gehospitaliseerd dan in Wallonië en Brussel. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Volksgezondheid Maggie De Block op een schriftelijke vraag van Valerie Van Peel (N-VA). Een verlengd ziekenhuisverblijf na een spoedopname is een indicatie van de ernst waarvoor men zich aanbod op de spoedgevallendienst. In 2013 bleven 39,5 procent van de patiënten die zich in Vlaanderen aanboden op een spoedgevallendienst na het contact met de ambulante spoed gehospitaliseerd, zij het in daghospitalisatie of de klassieke hospitalisatie. In Wallonië was dit slechts 28,7 procent en in het Brussels Gewest 23,7 procent. Terwijl dit percentage in de periode 2009-2013 stabiel bleef in het Vlaams gewest (van 39,8 tot 39,5 procent) werd er zowel in Wallonië (van 25,7 tot 28,4 procent) als in het Brussels gewest (van 20,7 tot 23,7 procent) een stijging geregistreerd.

Patiënten die het ziekenhuis binnenkomen via de spoedgevallendienst blijven daarna in Vlaanderen veel frequenter in het ziekenhuis gehospitaliseerd dan in Wallonië en Brussel. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Volksgezondheid Maggie De Block op een schriftelijke vraag van Valerie Van Peel (N-VA). Een verlengd ziekenhuisverblijf na een spoedopname is een indicatie van de ernst waarvoor men zich aanbod op de spoedgevallendienst. In 2013 bleven 39,5 procent van de patiënten die zich in Vlaanderen aanboden op een spoedgevallendienst na het contact met de ambulante spoed gehospitaliseerd, zij het in daghospitalisatie of de klassieke hospitalisatie. In Wallonië was dit slechts 28,7 procent en in het Brussels Gewest 23,7 procent. Terwijl dit percentage in de periode 2009-2013 stabiel bleef in het Vlaams gewest (van 39,8 tot 39,5 procent) werd er zowel in Wallonië (van 25,7 tot 28,4 procent) als in het Brussels gewest (van 20,7 tot 23,7 procent) een stijging geregistreerd.

bron: Belga