Frank Boeijen: «De liefde voor een gitaar slijt nooit»

Op het net verschenen ‘Land van Belofte' horen we een minder akoestische Frank Boeijen dan we gewend zijn. Dit meer gevarieerde maatpak gaat hem echter bijzonder goed af. Of hoe je met een zeer omvangrijk oeuvre nieuwe wegen kan inslaan, zonder je roots te verliezen.
door
Liesbeth
Leestijd 4 min.

Het bewijst dat Boeijen zichzelf in vraag durft stellen. Reken zelf maar uit hoeveel songs je al geschreven moet hebben wanneer dit je 27ste plaat is. Ergens is het dan ook logisch dat een songschrijver na al die jaren een insteek zoekt die de geest en verwondering voldoende openzetten voor nieuwe impulsen.

Frank Boeijen: "Dit album is op een zeer spontane manier tot stand gekomen. Ik wilde echt een livegeluid neerzetten. Ik neem al jaren live met de band op in de studio. Het is mijn natuurlijke habitat geworden die het toelaat om spontaan en indien nodig impulsief te werken. Ik hou er echt van dat je hoort hoe de muzikanten elkaar aanvoelen of aanmoedigen. Je wil toch steeds de magie van het moment proberen te vatten."

Zorgt je werk met andere stemmen voor meer afwisseling?

"Door met anderen te werken, zet je je geest open. Je hoeft niet exclusief in je eigen gedachten of observaties af te dalen. Ik heb hier samengewerkt met o.a. Guus Meeuwis, Daniël Lohues, Paul de Munnik en Stevie Ann. In Nederland zijn het bekende namen. Het zijn mensen die ik onderweg ben tegengekomen en dan begin je al snel te praten over samen een nummer schrijven. De eerste songs hebben we opgenomen in de Brusselse ICP studio. Tijdens de opname van ‘Waar dan ook' met Daniël was Stevie Ann toevallig aanwezig. Toen heb ik haar ter plekke uitgenodigd om ‘Stad en land' te zingen. Op zo'n momenten krijg je een bepaalde magie, want je plukt het moment om iets neer te zetten dat je verrast. Het geeft een geschreven nummer dat zich al ergens in je geest heeft vastgezet een nieuw leven. Dat moet je toelaten wanneer de gelegenheid zich voordoet."

De grootste verandering is de meer elektrische benadering. Schuilt er een heuse gitaarfetisjist in Frank Boeijen?

"De liefde voor een mooie gitaar slijt nooit. Op een gegeven moment heb je gewoon een andere horizon nodig. De nieuwe nummers leenden zich veel meer voor een elektrische benadering maar onderhuids is het toch een typische Frank Boeijen-plaat geworden. Je ziet het ook aan het artwork. Ik blijf een tactiele mens die de aankleding binnen deze digitale tijden zeer belangrijk vindt. Je moet je publiek een meerwaarde kunnen bieden wanneer je de songs in ‘tastbare' vorm vrijgeeft. Zo zijn de foto's voor deze plaat genomen met een zeer oude koloniale techniek. De camera dateert uit 1860, je weet wel zo'n gigantisch wat naar een accordeon verwijzend apparaat. Je werkt dan met een plaat die in een soort bad wordt gelegd en niet met negatieven. Wanneer de foto dan op die plaat verschijnt, is dat best wel een wonderlijk moment."

Heel anders dan de ‘instant bevrediging' van een snel geschoten selfie, niet?

"Het is een andere wereld waarin je ruimte laat voor mysterie en verbeelding en waarmee je een bepaalde sfeer kan oproepen. De beelden zijn een verlengde van de muziek zonder er expliciet naar te verwijzen. Ik geloof nog steeds in het totaalpakket. Je denkt na over een album, je zoekt een verhaal of een bepaalde sfeer via de volgorde van de songs, de klank moet bij de sfeer van de nummers en teksten passen en de beelden geven dan nog een extra meerwaarde. Zo behoudt het allemaal zijn waarde en is het geen luchtig niemendalletje dat amper sporen nalaat."

De elf nummers vertellen o.a. over onze zoektocht naar geluk, schoonheid, liefde of vriendschap. Ik heb de indruk dat je nog dieper in jezelf graaft om zo universeel mogelijk weer aan de oppervlakte te verschijnen.

"De teksten zijn misschien concreter dan wat je van me gewend bent. Het zijn ook verhalen over andere mensen, over wat er met hen gebeurt in het leven. Maar ze krijgen pas een leven via mijn observaties. De elf nummers zijn een verzameling van persoonlijke ontboezemingen maar tegelijkertijd zijn ze ook breed genoeg gebracht om verschillende interpretaties toe te laten."

Mooi hoe opener ‘Occhiolino' bijna mantragewijs verkondigt dat je je lot zelf in de hand hebt. Geoof je dat echt?

"De titel betekent ‘knipoog'. Het is een hart onder de riem van iemand die net verlaten is door haar geliefde. Dat is het moment om je leven weer zelf in de hand te nemen en al dan niet een andere wending te geven. Het is een hoopvolle boodschap en daarmee opent de plaat. Als er niets meer overblijft dan de gedachten en de hoop en je toch weer verder moet in het leven. Je hoopt dat je als songschrijver de mensen de wereld even kan laten vergeten. Dat ze zich even verliezen in een moment van schoonheid. Dat is best wel nodig in deze turbulente tijden. Maar eigenlijk moet ik zelf nog ontdekken wat het verhaal is achter deze plaat. Je maakt zo'n album zeer intuïtief en soms zie je het grote geheel pas later."

In ‘Stad en land' zet je mooi neer hoe een mens nieuwe dingen zoekt en bestaande zaken achterlaat om steeds weer terug uit te komen bij wie je echt bent en waar je roots liggen.

"Iedereen heeft een specifieke bron die bepalend is voor het leven en er steeds zal zijn. Mijn muzikale bron bestaat uit een mix van Dylan, Van Morrison, Lou Reed of Neil Young. Op menselijk vlak worden de kaarten al zeer vroeg in je leven geschud, maar dat mag je niet weerhouden om zeer uiteenlopende spelletjes te spelen. Zolang je de basistechniek maar niet vergeet. ‘Land van Belofte' is zeker een hoopvolle plaat die het verlangen beschrijft om een fijn leven te kunnen lijden vol liefde en schoonheid. Zo simpel is het eigenlijk."

Door Dirk Fryns

Foto Corb!no