Bloedige aanslag en massale ontvoering door IS
Over het exacte dodenaantal heerst nog onduidelijkheid. Volgens het Observatorium, een vanuit Groot-Brittannië werkende organisatie die rapporteert over het Syrische conflict, kwamen minstens 85 burgers en 50 soldaten om bij aanvallen op verschillende plaatsen in Deir ez-Zor, een stad in het oosten van Syrië. IS zou een bomauto hebben laten ontploffen en slaagde erin het noorden van de stad te bereiken.
Het staatspersagentschap Sanaa spreekt van minstens 300 doden. Volgens woordvoerders van president al-Assad zouden vooral ouderen, vrouwen en kinderen zijn gedood. Andere bronnen spreken dat tegen en zeggen dat vooral militairen van het Syrische leger en hun medestanders werden omgebracht. Indien het aantal doden wordt bevestigd, zou het gaan om één van de hoogste slachtofferaantallen op één dag sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië vijf jaar geleden.
Daarnaast zouden ook 400 burgers ontvoerd zijn. Het Observatorium vreest dat ze geëxecuteerd of tot slaaf gemaakt zullen worden, omdat ze loyaal zouden zijn aan al-Assad.
Sinds maart bezet IS het westen van Deir ez-Zor en heeft het Syrische regime enkel nog een aantal delen van de stad en het vliegveld onder controle. Sinds september landen of vertrekken daar geen vliegtuigen meer, waardoor hongersnood dreigt.
In de noordelijke provincie Aleppo zouden volgens het Observatorium 16 IS-strijders omgebracht zijn toen ze regeringsinstellingen nabij de stad al-Bab probeerden aan te vallen.
Foto AFP / K. Al-Masri